31 XIII. DE OPSTELLING DER TURKEN. De Maatregelen van 20 Februari tot 1 Maart genomen door het Turk- sche Hoofdkwartier, onder den minister van Oorlog Enver, die zich zelf lot Chef van den Staf had benoemd, (om aldus de bestaande wrijving op te heffen, naar hij motiveerde) waren hoogst onoordeelkundig. Zij waren er geheel op berekend, dat de Dardanellen niet gehouden kon worden en een doorbreking van de vloot zou gelukken. Het le en 't 2e leger werden voor de Dardanellen bestemd, een scheidingslijn tusschen hun vakken liep midden door het vaarwater. In geval van een doorbraak moest het eerste leger de Noordkust van de Zee van Marmora en de zeestraat en het 2e de Zuidkust verdedigen. Het eerste zou dan dus front naar het Zuiden maken en het 2e naar het Noorden. Van de verdediging van de buitenkust van het schiereiland en de aomineerende hoogten, alsmede van de Aziatische kust der Dardanellen monding werd afgezien. Als Chef van de Duitsche Militaire Missie, welke werkkring in een politiek contract geregeld was, en als Generaal-Inspecteur van het Turksche Leger wendde Maarschalk Liman von Sanders zich tot Enver, om op het verkeerde in de opstelling te wijzen, doch zonder succes. Op 1 Maart gaf het Turksche Hoofdkwartier bevelen om een eventueelen terugtocht te regelen. Daarbij werden de het dichtst bij de Dardanellen ge legen troepen bestemd om het eerst teruggenomen te worden: het 2e leger korps zou van Adrianopel teruggaan op de Tschataldjalinie en het 4e korps uit Paderma en Balekesir naar den Golf van Ismed. Hadden de Engelschen toen aangegrepen Liman von Sanders riep nu den politieken invloed der Duitsche regee ring te hulp en het gevolg was, dat hij op 24 Maart door de Turksche regeering benoemd werd tot commandant van een nieuw 5e leger. Den 26en Maart te Gallipoli aangekomen, begon hij met de verkenning van het uitgestrekte gebied, met het ordenen der bezetting en het ver beteren van de verbindingen op het schiereiland. Wegen werden aangelegd of verbeterd, bruggen geslagen, versterkingen gemaakt, oefeningen gehou den, ook in het schijfschieten en marcheeren, treinen werden georganiseerd. De handgranaat, een onbekend wapen in het Turksche leger, werd inge- voerd, munitie opgestapeld, de verpleging geregeld. Veel bleef echter te koit komen: het aantal troepen was gering, er was gebrek aan wapens, munitie, handgranaten, zoeklichten, ballons en vliegmachines, verbandstoffen De cordonopstelling der troepen langs de kusten (etwa wie Grenzschutz- abteilungen der guten alten Zeit, L. v. S.) en over vaak schier ontoeganke lijke hoogten verdeeld, werd herzien. Om deze verbeterde groepeering geheim te houden voor den vijand werden veelvuldig nachtmarschen gemaakt1). Op de uit een militair oogpunt belangrijke kustgedeelten werden vooruit geschoven compagniën in stellingen geplaatst, diep ingegraven in met zorg aangelegde loopgraven, voorzien van draadversperringen, door geschut en mitrailleurs te flankeeren. Achter de compagniën lagen enkele bataljons, met opdracht den vijand op te houden tot ondersteuning gekomen zou zijn. Elke divisie hield in het aangewezen rayon haar krachten zoo veel mogelijk bijeen. Gedetailleerde onderverdeelingen zijn niet bekend, de divisies echter waren opgesteld^ als volgt: Nummer der Commandant Divisiekwartier. Bestemming Divisie 5 Sodenstern Korvar Algem. Reserve. ,Z P,em®' BeV Gallipoli Bewaking golf van Saros. 19 Mustapha Kemal Bey Maidos Ondersteuning le linie der verdediging op Gal lipoli. 1) De arbeid van Liman von Sanders werd den 15en April voor het eerst met een succes beloond, toen een bergbatterjj het Fransche linieschip Henri iv, dat dagelijks dicht onder de kust loodingen kwam verrichten, met vuur kon verjagen, zoodat het zich niet meer zien liet.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1922 | | pagina 35