34 XIV. ..V ~z-±- DE PLANNEN VAN DEN AANVALLER EN ZIJN VOORBEREIDINGEN. Drie wegen konden in liet algemeen de Geallieerden volgen om hun doel, het vermeesteren der kustversterkingen, te bereiken1). Men kon landen op de Aziatische kust of op de Europeesche en hier weer öf op het schier eiland zelf of in het Noorden van de golf van Saros. Op de Aziatische kust konden de landingsplaatsen weer in 2 groepen gesplitst worden, n.l. vlak bij den ingang der Dardanellen, doch dan meer of minder blootgesteld aan inwerking van 's vijands zijde en verder naar het Zuiden meer beveiligd. Om met de meest zuidelijke punten te beginnen: Smyrna werd bewaakt door kustbatterijen en lag op 150 mijl, stellig 14 dagmarschen van de Dar- danellen-forten, en kon dus niet in aanmerking komen. De bocht tegenover Mitylene bood een zeer goede landingsgelegenheid op 70 mijl van de Dar danellen. De opmarsch van daar zou echter boven de krachten van het landings leger gaan, te veel transportmiddelen zouden op de lange en kwetsbare verbinding benoodigd zijn. Gedurende het verder verloop van den veldtocht heeft Engeland belangrijke versterkingen moeten zenden. Waren deze troe pen direct ter beschikking van generaal Hamilton geweest, dan zoude een landing met Mitylene als tusschengeschoven basis de voorkeur verdiend hebben. Nu kon dat niet. Dichter bij de monding van de zeestraat gelegen waren Besikabaai en Yukyeribaai, respectievelijk 12 en 20 mijl van Kumkale en 25, resp. 35 mijl van de Dardanellen. Doch niet alleen, dat de Europeesche oever de Aziatische domineerde, de artillerie in de werken bij Sedd-el-Bahr bestreek het terrein achter Kum Kale en de moerassige, ongezonde vlakte van Troje. Een landing in. het noorden van de golf van Saros had het bezwaar, dat men dan tegenover de Turlcsche troepen in Thracië kwam te staan en daarna tegenover de Bulairlinie, waarheen het leger met een flank- marsch langs een kwetsbare verbinding zou moeten marcheeren, om ver volgens die stellingen aan te vahen met den vijand in den rug. Een marsch rechtstreeks op Constantinopel zou natuurlijk nog minder uitvoerbaar zijn, dan het bovengenoemde optreden in Anatolië. Bij Bulair waren wel twee landingsplaatsen, doch deze waren slecht: de eene een moeras, de andere een diep ravijn, beide omringd door steile hoogten. Er bleef düs niet veel over dan te landen dicht bij de Dardanellen zelf en wel onder dagelijks moeilijker wordende omstandigheden, tegenover een vijand, die het hem gegeven uitstel wist te gebruiken. De geheele ope ratie was opgezet, aanvankelijk met de zelfs als een soort voordeel be schouwde gedachte, dat men deze kon beëindigen als men wilde. Nu was echter de Britsche regeering van idee, dat de onderneming moest worden doorgezet. Vandaar het bekende telegram van Kitchener op 19 Maart aan Ha milton met de stellige opdracht zoo noodig den weg voor de vloot te banen door een krachtig optreden op Gallipoli. Door sommigen schijnt in Engeland de opmerking gemaakt te zijn, dat het beter geweest ware, te antwoorden, dat de opdracht onuitvoerbaar was, doch dit is slechts achteraf redeneeren. Bovendien: „A soldier must be very sure indeed of his ground before he can be justified in taking up an attitude that will completely upset the plan that his Government have commissioned him to carry out in time of War" (Callwell). Eenmaal de opdracht gesteld ziende, de kustwerken te bedwingen, moest 1) By bet opmaken vail zjjn plan kon Hamilton weinig rekening houden met de toegezegde hulp van Rusland aan de zjjde der Zwarte Zee. Directe samenwerking tnsschen ztfn leger en dat te Odessa was uitgesloten, zoolang de doorvaart niet in handen der Geallieerden was. Wel was de concentratie een bedreiging voor de Turken, die daardoor een gedeelte hunner troepen vastge houden zagen (het le. legerkorps te St. Stefano) doch Hamilton moeht hoogstens rekenen op gel;jktiidigheid van zjin landingen en de Russische, welke echter achterwege gebleven zjjn. (aanval der Russen in Maart en April op het Kar paten front.) Zie ook de bjjlage over H's Diary.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1922 | | pagina 38