62 De baai van Ebrye was slecht en Enos lag te ver weg. De vijand zou dan tijd gehad hebben troepen van belangrijke sterkte te concentreeren in Thracië. Ook zou een goed verloopen landing en een opmarsch naar de engte van Bulair nog niet de zekerheid geven, dat de vijand niet voor zou zijn en troepen van Chanak aantrekken, gebruik makend van de omstandig heid, dat de sterke stroom, de aanwezigheid der forten langs de kust en de geringe diepgang der Turksche schepen het voor de Engelsche duikbooten onmogelijk maakten, die beweging lam te leggen. Voor de beslissende groep bleef dus niets anders over dan een optreden vanaf de westkust. In zijn despatch van 11 Dec '15 zegt Hamilton, dat een landing W. van Kilid Bahr blootgesteld zou zijn aan artillerievuur van Achi Baba en Kilid Bahr. Opgemerkt moet worden, dat in zijn eerste rapport (20 Mei) niet over eenige goede landingsplaats tusschen Y en Gaba Tepe (Z) wordt gesproken. Er was dus niet voldoende verkend. Toch was het voor Hamilton van het hoogste belang de Turksche vrijheid van beweging „across these landlocked waters" op te heffen door artillerievuur. Het schijnt dus, dat hij het directe vuur der scheepsartillerie onvoldoende oordeelde. Daarentegen geeft L. v. S. een vrij uitvoerige be schrijving van de plat geschoten Turksche plaatsen, waaronder Maidos, Akbasch en Kilia. Dit zou voor een mogelijke overdrijving gehouden kunnen worden, indien uit het verloop der gebeurtenissen in Augustus niet bleek, dat de uitwerking van het indirecte vuur wel zoo groot was, dat verster kingen Maidos niet konden bereiken en dat reserves uit Azië alleen ge durende den nacht konden worden overgezet naar Kilia en Akbasch. Het is dan ook twiifelachtig of het brengen van artillerie op den Sari Bair bijzon dere voordeelen zou afwerpen, die de groote moeilijkheden, daaraan verbon den, zouden overtreffen. Hamilton zegt omtrent zijn verlangen direct artillerievuur op de „land and water communications" der Turken te brengen: „This brings me to the storming of that dominating heigt (Hill 305) with the capture of Maidos and Gaba Tepe as its sequel." Hij besloot tot het versterken van de Anzac- groep gecomhineerd met een landing bij Suvla. „Then with one strong push to capture Hill 305 and working from that dominating point, to grip the waist of the Peninsula". Suvla lag slechts een mijl verder van Mudros dan Anzac en zou een „submarine proof" basis worden, gedekt tegen alle winden, behalve Z. W. Een groot bezwaar was, dat gebrek aan water en de daaruit voort vloeiende verplegingsmoeilijkheden een zeer zorgvuldige voorbereiding noodig maakten. Doch Hamilton troostte zich met de gedachte, „that a bad country is better than an entrenched country". Reeds op 19 Mei had de generaal Gouraud aan Hamilton voorgesteld om, gelet op den te verwachten langzamen gang der operatie op dit front, een ander front te openen, hetzij in Azië. hetzij op Gallipoli. Voor het eerste achtte hij een groote troepenmacht noodig, voor het geval die niet beschik baar gesteld konden worden, wilde hij wat er biieen te zoeken was, doen landen tusschen Anzac en de Zuidgroep. Hij rekende daarbii od Enfelsche versterkingen. Frankrijk wilde niet meer dan 2 divisies geven. Op 13 luni, vernemende, dat denkelijk 3 divisies uit Engeland zouden komen, drong hij weer bij Hamilton er op aan, hetzii bii Bulair, of indien daar te veel bezwaren tegen waren, in den omtrek van Gaba Tepe te landen, doch zonder succes. Einde Juli scheen men te Parijs nog aan een landing in Azië te denken, want het departement van oorlog vroeg aan den Franschen Staf in Gallipoli, hoeveel troepen men daarvoor noodig oordeelde. 'Fransche schrijvers zijn over het algemeen slecht te spreken over de Suvla affaire. Men was er niet bij gevraagd: „Ce fut une défaite purémerit britanniaue: Sir Hamilton ne demanda point de concours actif des Francais. II ne sollicita aucun avis ni aucun conseil de l'état-major francais." XIX. DE TOESTAND AAN TURKSCHE ZIIDE ULTIMO JULI. In de eerste helft van Juli was een deel der Turksche troepen aan het Zuidfront afgelost door versche afdeelingen van het 2e leger, onder com mando van Wehib Pacha, wiens oudere broeder Essad Pacha_bekend door zijn verdediging van Janina in den Balkan-oorlog bij Ari Burnu het bevel voerde. Gedurende deze aflossing deden de Engelschen en Franschen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1922 | | pagina 66