Het probleem van de goede ongehoorzaamheid is niet alleen
voor de weermacht van belang. In alle organisaties, waar tucht moet
heerschen, waar menschen met hunne tekortkomingen over andere
menschen moeten bevelen, doen zich dezelfde omstandigheden voor
als in de weermacht. Ja zelfs is in vele organisaties de tucht veel
strenger dan in de weermacht, omdat daar de afmaakbijl, m.a.w.
het ontslag uit den dienst, veel sneller en meedoogenloozer wordt
gehanteerd dan in de weermacht. En toch zal men ook in derge
lijke organisaties de goede ongehoorzaamheid waardeeren. Ik
bracht het onderwerp op twee vrachtschepen ter sprake. Daar
zaten wij met een paar passagiers aan tafel temidden van een
veel grooter aantal scheepsofficieren van alle wapens en diensten
en leeftijden en zij toonden groote belangstelling en volmaakt
begrip er voor.
Ongehoorzaamheid van stuurman aan zijn kapitein. Een le
stuurman vertelde mij, dat zijn schip onder moeilijke omstandig
heden van stroom, wind, diepte en bodemgesteldheid moest
ankeren. Het bakboordsanker werd uitgeworpen, doch nadat een
groot aantal vademen kabel waren uitgeloopen, knapte de kabel
en verspeelde men anker en ketting. Daarop beval de kapitein
van het schip: „laat vallen het stuurboordsanker". De stuurman
liet er dadelijk op volgen „vasthouden dat stuurboordsanker",
en voegde daar, sprekende tot den kapitein, aan toe„anders
verspelen we dat ook nog".
Stukscommandant kreeg kans ongehoorzaam te zijn op dezelfde
wijze als Kapitein Keilerman,doch zette niet door. 2) In den
Atjeh-oorlog in 1896, bij de actie tot ontruiming van Anagaloeng
na het verraad van Toekoe Oemar stond een sectie bergartil-
lerie in stelling met opdracht den terugtocht van een achterhoede
te dekken. De vijand drong krachtig op. De sectiecommandant
gaf bevel te richten op een groep menschen op zfc 600 m afstand,
die hij voor vijand aanzag. Daarop waarschuwde de stukscom
mandant hem, dat het eigen troepen waren. De sectiecommandant
gaf toch het bevel tot vuren. De sergeant had niet den zedelijken
moed van Kapitein Keilerman. Het schot werd afgegeven en,
zooals het noodlot in dergelijke omstandigheden nog tegen ons is,
het trof midden in een sectie infanterie en had groote uitwerking.
Men kan zich wel voorstellen, welk een onaangenaamheden die
heele sectie artillerie daarvan heeft beleefd. Het was niet als in
x) Zie „De Kunst van ongehoorzaam zijn", blz. 6. D.
2) Dit geval is ons ouderen artilleristen altijd als een afschrikwekkend
voorbeeld gesteld en is ons daarom welbekend. Een gepensionneerde kapitein
der artillerie, alhier woonachtig, die destijds in de commissie van onderzoek
werd benoemd, bevestigde de hier beschreven feiten en vertelde mij nog
tal van merkwaardige bijzonderheden. D.
12