Het is hier niet de plaats te onderzoeken, welk der beide syste men practisch het beste zal zijn. Ik geef de voorkeur aan het mededragen van de verantwoordelijkheid. Wie verkeerde bevelen geeft, wordt ter verantwoording geroepen, wie ongehoorzaam is eveneens, doch evenzoo wie verkeerd gehoorzaam is. Ik meen, dat Barré ons reeds leerde, dat wie meent ongehoorzaam te moe ten zijn, dit doet suo periculo, op (eigen) risico. Het Nederlandsche systeem brengt echter mede, dat ook wie gehoorzaamt, dit doet suo periculo. De ongehoorzaamheid in de wet. Welnu, men vindt dit uitvoerig behandeld in het artikel van Kapitein J. P. G. Schmitz in het I.M.T. No. 2 en 3 van dit jaar. ZWEG leerde ons tot in bijzonderheden hoe vele gezaghebbende schrijvers het vraagstuk van de militaire gehoorzaamheid en de strafbepalingen op de ongehoorzaamheid hebben behandeld. Wij lezen daar, dat de mindere strafrechtelijk aansprakelijk is, ook indien hij gehoorzaamt. Er bestaat een toetsingsplicht naar de bevoegdheid van den meerdere (I.M.T. 1935, No. 3, blz. 319). Er kan voor den mindere een conflict van rechtsplichten, rechts belangen of rechten ontstaan en bij een dergelijk conflict kan ongehoorzaamheid plicht zijn (zie blz. 316). Laten wij er geen doekjes om winden, laten wij eerlijk zijn tegenover onszelf en tegenover onze minderen. Laten wij duide lijk zeggen, waar het op staat. De Staat neemt geen risico, zoowel de meerdere als de mindere handelen onder alle omstandigheden suo periculo. Er wordt ons een schijnbaar gemakkelijke regel gegeven de mindere moet zich gedragen naar de eenvoudige waarheid, dat van twee kwaden steeds de minste verkieselijk is (zie blz. 175). Als ik mij niet vergis is deze stelregel ook toegepast bij de berech ting van de officieren van de Zeven Provinciën en wel in dezen vorm bij een conflict van plichten moet men datgene doen, waar van het nalaten het zwaarst zal worden gestraft. Zij moesten zich dus afvragenwelke straffen staan er op ongehoorzaam zijn en welke op het nalaten van het aanwenden van geweld U ziet, de keuze is zeer gemakkelijk zoo achter de groene tafel. Op het terrein van actie is er echter geen gelegenheid door middel van een juridischen gedachtengang te bedenken, welke artikelen toe passelijk zijn en welke artikelen uit een ander wetboek de zaak weer omdraaien. Blijkt hier niet duidelijk uit, dat deze wetten zijn gemaakt voor juristen en niet voor soldaten, die daaruit onom wonden en rechtuit hunne verplichtingen moeten leeren Kapitein Schmitz heeft ons duidelijk voor oogen gesteld, hoe de juristen hebben gedacht bij het opstellen van de wetten en hoe andere juristen die wetten moeten toepassen, maar hij heeft 17

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1935 | | pagina 19