Uit den nieuwen titel, welken ik reeds zelve had gekozen, blijkt mijn instemming met een deel van dit betoog. Het gaat in waar heid om een Plicht, welke boven juridische behandeling verheven is, want de jurist houdt zich noodgedrongen alleen bezig met de slechte neigingen van den mensch. Hij maakt wetten om slechte ongehoorzaamheid strafbaar te stellen (en wij hebben gezien, dat de ongehoorzaamheidsplicht negatief in de wet is neergelegd). Heilige ongehoorzaamheid. In het Bataviaasch Nieuwsblad van 21 November 1934 ver scheen een door K. geteekend artikel met den titel, welken ik gaarne zou willen overnemen, n.l. „Heilige ongehoorzaamheid". Daarin wordt gezegd, dat het onmogelijk is de ongehoorzaamheids- plicht in de wet op te nemen. „Afgezien van alle practische be zwaren, hebben wij een alles overheerschend argument van grooter allure daartegen het zou aan de heilige ongehoorzaam heid alle waarde ontnemen, wanneer zij „mogelijk" werd bij de wet. „Het zou de geweldige tegenkrachten, die de ongehoorzame te overwinnen heeft, alvorens tot de uitvoering van zijn besluit te komen Hier sta ik, ik kan niet anders verlammen, en aan de bevrijdende daad dan haar hoogste beteekenis ontnemen. „Alleen indien de allergrootste belangen op het spel staan, kan zich de geest van heilige ongehoorzaamheid over de beste onder ons vaardig maken, de geest waarin wij onze persoonlijke be langen geheel opzij zetten, de kans om als oproerling neergescho ten te worden niet achten, om het belang der zaak te dienen. „Men begrijpt wel, dat zulk een geest niet in de wet tot plicht verheven kan worden". Met alle waardeering en hoogachting voor deze meening moet ik nu opkomen voor de heilige gehoorzaamheid. De aangehaalde zinnen zijn bijna woordelijk toepasselijk op de gehoorzaamheid. Gehoorzaam zijn is ook een kunst, in goeden zin gehoorzaam zijn. Er is een heele toonladder van gehoorzaamheden. Er zijn gewone, alledaagsche, vanzelfsprekende gehoorzaamheden, waar niets van te zeggen valt, doch er zijn ook gehoorzaamheden, welke daar bovenuit stijgen. De eerste zou men passieve, lijdelijke ge hoorzaamheden kunnen noemen en de betere soort de actieve, levende gehoorzaamheden. Er zijn echter ook heilige gehoorzaam heden, welke buiten bereik van de wet vallen. Wie niet voldoende hoog karakter voor deze heilige gehoorzaamheid heeft, is ongrijp baar voor den rechter, en wie zulk een heilige gehoorzaamheid ziet en pleegt verstaat een hoogere kunst van gehoorzaam zijn. Een geval van een officier, die de gelegenheid niet zag, of die de heilige gehoorzaamheid niet van zichzelf kon gedaan krijgen, 22

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1935 | | pagina 24