onderhavige geval, goed te verstaan. Daarom meende ik, dat deze
geschiedenis U belang inboezemt, en heb ik haar U geschreven".
Uit deze beschouwingen blijkt, dat ook in de verhouding van
den deskundigen raadgever tot den niet-deskundigen, doch ver
antwoordelijken chef oogenblikken kunnen komen, waarop de
mindere zich moet afvragenzal ik mij nu om den wille van de
gehoorzaamheid neerleggen bij het verkeerde besluit, of is het
mijn plicht mij daartegen te verzetten of althans iets te doen,
waardoor naar buiten blijkt hoe de vork in den steel zit Voor
degenen, die nog vasthouden aan de lijdelijke gehoorzaamheid is
de zaak zeer eenvoudig. De minister of de gouverneur-generaal
is de verantwoordelijke man. De raadgever heeft met het uit
brengen van zijn raad „seine Schuldigkeit gethan". Hij moet
verder ,,'s Maul halten". Voor degenen, die van meening zijn, dat
de raadgever toch medeverantwoordelijk is voor hetgeen zal wor
den gedaan of niet gedaan, is het duidelijk, dat hij door een of
andere daad moet trachten de nadeelige gevolgen van een slecht
besluit te voorkomen. De stuurman blijft op de brug, doch belet
den kapitein kwaad te doen.
Gansch anders is de toestand, indien het gaat om handelingen
welke leiden tot voorstellen van politieken aard en waarop de
instemming van de volksvertegenwoordiging moet worden ver
kregen. Den deskundigen raadgever blijft geen ander middel over
dan iets te doen, waardoor zijne niet opgevolgde adviezen bekend
worden bij diegenen, die over de voorstellen van den minister
of den gouverneur-generaal moeten beslissen. Wij moeten zeer
zeker elk ondergrondsch optreden, zooals anoniem geschrijf e.d.
geheel verwerpen. De raadgever kan van achter of onder den
minister of den gouverneur-generaal tevoorschijn treden, zich
openlijk tot de volksvertegenwoordiging wenden en van zijne mee
ning doen blijken. Zulk optreden acht men echter niet gepast.
Dan blijft slechts over ontslag te vragen. In de politiek kan zulk
een ontslagname dezelfde gevolgen hebben als het openlijk ver
kondigen van zijne meening.
Maar nu zegt toch mijn gevoel mij, dat zulk een ontslagaan
vraag veel lijkt op desertie. Het hangt van de omstandigheden af.
Zooals de minister zich door politieke invloeden van den goeden
weg kan laten afbrengen, zoo kan ook de scheepskapitein door
angst, zenuwachtigheid, koppigheid tijdelijk minder kundig zijn,
zijn juiste inzicht hebben verloren. Het zou dan van den stuurman
desertie zijn, als hij, bij gevaar voor het schip, de brug verliet om
zich in zijn hut terug te trekken. Hij moet blijven en voortgaan
te trachten den kapitein van verkeerde besluiten te weerhouden.
De deskundige raadgever, die niets doet en zich bij de ver
keerde besluiten van zijn chef neerlegt, verbeurt het recht achter
af daarover te spreken. Hierin kunnen wij zeker met Generaal
Pabst instemmen. Niettemin lijkt mij de ontslagaanvrage een
26