infanterie of een afdeeling artillerie. Juist onder zulke omstandig
heden ziet ieder het nut van de oefening en zoo wordt ongezocht
de onderwerping van het individu aan het belang van het batal
jon, de afdeeling verkregen. Dat belang is voor ieder zichtbaar.
Het is prettig, het geeft vreugde in een goeden troep te dienen.
Hier komen wij al tot een gehoorzaamheid, welke buiten het
bereik van den rechter valt en welke ook nooit kan worden be
oefend.
Evenmin kan ongehoorzaamheid worden beoefend. Straf is een
noodzakelijk kwaad, dat dient om slechte ongehoorzaamheid en
slechte gehoorzaamheid te voorkomen. Men bereikt er geen leven
de gehoorzaamheid mee, evenmin als goede trouwe ongehoorzaam
heid. Deze verkrijgt men uitsluitend door liefde voor den dienst
te wekken.
Evengoed als men theorie hield over het reglement van krijgs
tucht, zal men thans ook theorie houden over het wetboek van
krijgstucht en over het reglement betreffende de krijgstucht en
over de militaire wetboeken in het algemeen. De eerlijkheid ge
biedt, dat den soldaat ook wordt voorgehouden, dat de wet hem
in sommige gevallen tot plicht stelt ongehoorzaam te zijn. Al
dienst doende kan men de gewone ongehoorzaamheden en slechte
gehoorzaamheden overeenkomstig de militaire wetten straffen of
beter nog de gehoorzaamheden en de goede ongehoorzaamheden
prijzen.
Dit alles betreft dan alleen nog maar de voor den vredestijd
toereikende tucht. De voor tijden van oorlog, oproer, onlusten,
muiterij geldende tucht kan niet anders dan door het houden
van theorieën worden ingeprent. De doelmatigste wijze om te be
reiken, dat militairen van welken rang ook zich daarvan een
voorstelling leeren vormen, is het bespreken van voorbeelden uit
de geschiedenis. Leeringen wekken, doch voorbeelden trekken.
Wij moeten den militair ertoe brengen over die onderwerpen
te denken en te spreken en ik weet, dat hij dat gaarne doet. Er
zijn zooveel dingen, die wij soldaten ons niet anders kunnen eigen
maken, dan door erover te denken. Niet alleen strategisch en
tactisch moeten wij leeren denken, doch veel belangrijker nog
in onze moreele voorbereiding. Wij moeten ons goed leeren inden
ken, dat aan den oorlog onafscheidelijk is verbonden, dat er ver
liezen worden geleden en wij moeten weten, dat een goede troep
veel verliezen kan dragen voor hij het veld ruimt. Wij officieren
moeten ons voorbereiden op panieken, die zeker zullen komen.
Bij de infanterie leerde ik lang geleden hoe men zich oefende
tegen klewang aanvallen, technisch maar in hoofdzaak moreel.
Hoe noodig dat is, bleek telkens weer als zoo'n brigade jonge man
nen onverwacht door de Roode Partij werd overvallen hoe vaak
nog liet de brigade zich schrik aanjagen en geraakte zij uiteen, ter
wijl toch het lot van de heele brigade afhangt van standhouden en
29