Met een aanpassing aan de brochure van den Generaal-Majoor
J. Dormaar van het vorenstaande heeft inderdaad een ongehoor
zaamheid plaats gehad, maar een ongehoorzaamheid die door
ZHEdG. wordt gekwalificeerd„naar den vijand toe", en wan
neer men dan met eerlijke, hoogstaande Chefs te maken heeft
als Kol. van Loenen er een was, met wien ik nagenoeg de geheele
Pediraffaire heb meegemaakt, onder Generaal van Heutsz, dan
weet men ook dat ten slotte alles in het reine komt.
Wij moeten het ten zeerste in den Generaal-majoor J. Dormaar
waardeeren, dat ZHEdG. in zijn brochures zijn meening heeft
geopenbaard, waaruit voor ons van hoog tot laag veel te leeren
valt. Gij kameraden van een jongere generatie neemt deze bro
chures in ernstige studiezij zullen U door moeilijkheden en veel
wat U nog onbegrijpelijk is, heen helpen.
Het vorenstaande afwegende tegen de brochures van Generaal-
majoor Dormaar kom ik tot de volgende conclusie
Men leest er uit, dat de plaats gehad hebbende ongehoorzaam
heid zich aanpast aan zijn nieuwe beschouwingen „de plicht tot
ongehoorzaam zijn" en dat in welke omstandigheden gij ook moogt
komen het altijd gaat om, waarmede de generaal zijn tweede
brochure besluit„Voor alles vechten", en gedachtig aan het
spreekwoord „Sans peur et sans reproche". Welnu laat er een
weinig reproche zijn in elk geval, wat bij ons officieren zooveel
hooger staat, zult U van U zelf kunnen getuigen: „ik ben geweest
„sans peur!""
34