eenig conscientie-conflict. Het is zeer wel mogelijk, dat zulke moei
lijkheden ook in den militairen dienst kunnen rijzen, doch ik
verzoek den Lezer bij de kunst en zelfs bij den plicht tot onge
hoorzaam zijn niet te denken aan het geval, waarin men zich
door zijn plicht jegens God genoodzaakt ziet ongehoorzaam te
zijn. Wij zouden verzeild raken in het gebied van de principieele
dienstweigering en dat heb ik niet willen betreden. Laten wij
blijven bij de ongehoorzaamheid, welke voortspruit uit trouw aan
de zaak, welke de weermacht dient, dan wel uit de verplich
tingen welke de strafwet ons oplegt.
Het zou gevaarlijk zijn, riskant, de goede en de verplichte onge
hoorzaamheid openlijk te bespreken Maar ook blinde gehoor
zaamheid is gevaarlijk. Gevaren worden niet ontloopen door er
de oogen voor te sluiten. Het is noodig, dat wij deze gevaren
eerlijk onder de oogen brengen van allen, die onder de krijgstucht
staan, ook de laagsten en de jongsten.
Het is verder een kwestie van passende opvoeding om allen
er van te doordringen, dat gehoorzaamheid en nog meer dan
dat, n.l. toewijding de grondslag is voor de twee belangrijkste
dingen in den oorlogde kracht, welke van elk individu uitgaat
en de eendracht van allen in de weermacht. Es komme im Kriege
nicht darauf an was man thue, sondern dasz es mit Kraft und
Einheit geschehe.
Bij deze opvoeding gaat het in hoofdzaak om het practisch be
leven van de tucht door het voorbeeld van de meerderen en door
het eischen van stipte gehoorzaamheid ook bij schijnbaar onbe-
teekenende diensten. Waar in ons Leger de krijgstucht zoo is
ingeleefd, is het geheel van gevaar ontbloot ook te wijzen op
de mogelijkheid en zelfs op den plicht door ongehoorzaam zijn
te handelen in 's Lands belang of in overeenstemming met de Wet.
De ongehoorzaamheid in de krijgskunst.
Majoor DU CKOO behandelde in zijne opstellen de ongehoor
zaamheid van krijgskundig standpunt beschouwd. Hij vroeg zich
af welke invloed de ongehoorzaamheid in het gevecht kan hebben
en vooral in hoever ze moet worden aangemoedigd of bestreden.
Hoewel het goed is een zaak van alle kanten te bekijken en
te trachten de voor- en nadeelen tegen elkander af te wegen,
zoo komt men toch niet tot een wiskunstig juist resultaat, zoodra
met te doen heeft met onweegbare zaken. Dan geeft als regel
het karakter van den beschouwer den doorslag en men krijgt
evenvele beoordeelingen als er karakters zijn.
Nu kan men in het algemeen ten aanzien van krijgs- (en natuur
lijk ook zeevaart-, handels- en andere) ondernemingen de karak
ters in twee soorten onderscheiden, n.l. ondernemende, optimis-
4