18
Een nalezing over 1886 II blz. 88.
Ervaringen van een postcommandant om
trent 1886 II 858.
Maatregelen tegen 1886 II V. 100.
Een ongevraagd advies. 1888 I 375.
Beroepen.
Staat van de uitgeoefend door de in 1868,
1869 en 1870 bij het Ned. Indische leger aan
gekomen Europeesche militairen. 1872 Y. 234.
Beschouwingen. Zie Michiels.
Beslaan van paarden.
De aanwending van electriciteit bij het 1891 I Y. 377.
Bestuurszetel. Zie Verdediging van
Ned. Indië.
Bevestigingswijze.
Moet de sabel aan den zadel en de karabijn
aan den ruiter bevestigd worden of omgekeerd 1887 II 372.
Het dragen der sabel aan den zadel. 1887 II Y. 578.
Bevoegdheid.
Art. 143 Rechtspleging bij de Landmacht.
van den militairen rechter. 1896 II 194.
Art. 35 R. L. Benoeming van officieren
commissarissen. daartoe. Informaliteiten. 1896 II 352.
Bevordering.
van officieren bij verlof in Nederland. 1870 516.
Over het bevorderen van officieren, door H.
E. Kleijn, oud kapitein, referendaris bij het
Departement van Oorlog. 1879 II B. 362.
De bepalingen op de der officieren van het
Ind. leger. 1881 I 505.
Losse gedachten over van officieren in
den vreemde en bij ons. 1883 I v 404.
De wetten betreffende de het ontslag en
het op nonactiviteit stellen van de officieren
der land- en zeemacht in Indië en in Ne
derland. 1885 I 115.
