27
De cavalerie binnen en buiten de linie te
Groot Atjeb 1887—1894. 1894 II blz. 359.
Over het gebruik der Indische cavalerie in
het gevecht, voornamelijk tegen den inland-
schen vijand. 1894 II 379.
1894 II 466.
De verkenning van het aanvalsveld. 1895 I 78.
Werking en werkingssfeer van voorhoede-
cavalerie tegenover den inlandschen vijand. 1895 I 112.
Ook een duit in het zakje. Naar aanleiding
van door een oud hoofdofficier. 1895 I 162.
Eene eindverkenning van het aanvalsveld;
met Naschrift. 1895 I 533.
Werking en werkingssfeer van voorhoede
cavalerie gebonden aan een colonne tegenover
den inlandschen vijand. 1895 II 361.
Werkkring en werkkringsfeer van cavale
rie op de flanken tegenover den inlandschen j 1897 II 867,953.
vijand. I 1898 I 119,341.
Het voorschrift op den velddienst en de
cavalerie. 1898 I 420.
Beschouwingen van een Fransch officier bij
de expeditionnaire colonne op Madagascar over
het gebruik van cavalerie tegen den inland
schen vijand, (overgenomen uit de revue de
cavalerie van Juni 1897). 1898 II 519.
Cavalerie bij de achterhoede tegenover den
inlandschen vijand. 1898 II 619.
Beschouwingen in hoofdzaak naar aanleiding
van de artikelen van ritmeester Jhr. L. D. C.
de Lannoy in het Indisch Militair Tijdschrift
18941898) over het gebruik van cavalerie. 1899 II 1044,1089.
Antwoord op de Beschouwingen in hoofd
zaak naar aanleiding van de artikelen van
ritmeester Jhr. L. D. C. de Lannoy, in het I.
M. T. (18941898) over: „Het gebruik van
cavalerie" van de hand van den kapitein der
inf. van den Belt. (Ind. Mil. Tijdschrift 1899
Nos. 12 en 13). 1900 I 185.
Over het gebruikmaken van het vuurge
vecht te voet door de cavalerie. 1901 I 291.