51
Over het gebruik van hand en vuurpijlen. 1885 I Y. biz. 518.
Granaatkartets. Zie ook Vuren.
Eenige beschouwingen over de tot 8 c.M. 1882 II 84.
'Granaatmijn (en).
Eene Atjehsche 1884 II V. 206.
De Atjehsche onder onze spoorbanen. 1889 I T 568.
De Atjehsche onder onze trambaan. 1890 I 442.
Granaatvuur.
Beschouwingen over het 1893 II 214,308,
Gras.
Iets over en grasvelden voor onze leger-
paarden. 1896 II 62.
Gratie. Zie Doodstraf.
Gratificatiën(s).
voor benoemde 2e luitenants van het
Indische leger. 1881 II V. 585.
Nog eens voor benoemde 2e luitenants
van het Indische leger. 1882 II V; 180.
aan de expeditionnaire troepen in Soedan. 1884 II V. 434.
voor diensten te velde. 1899 I V. 453.
bij het verlaten van den dienst uit te be
talen aan Europeesche en daarmede gelijkge
stelde militairen beneden den rang van officier. 1899 II Pr. 1079.
Grondwetsherziening.
De noodzakelijkheid tot voor de defensie
door J. C. C. den Beer Poortugael, oud minister
van oorlog. 1880 II B. 199.
Guerilla. Zie Strategie.
Gymnastiek, Zie ook Schermen.
De in ons leger. 1897 I 202.
Open brief van Dr. F. W. van Haeften, off.
v. gez. Ie klasse. 1899 II 895.
H aakstelling.
De haak, eene nachtmerrie onzer infanterie. 1887 II 180.