75
KRIJGSGESCHIEDENIS.
N E D.-I KDIË. (A T J E H).
De agressieve politiek in (Overdruk uit
de October en November afleveringen van het
tijdschrift voor Nederlandsch-Indië). 1879 I B. blz. 186.
Eene stem uit Indië over het onpartijdig
oordeel van den heer W. A. van Rees. 1879 I 236..
Aanteekeningen op het werk van den ge
neraal van Swieten. „De waarheid onzer ves
tiging in voor zoover aangaat zijne be
schouwingen over het gevecht van den 16en
April 1874. 1879 II 342..
De verdediging van den luitenant kolonel
Romswinckel. 1879 II 533.
De waarheid over onze vestiging in door
den Luitenant-Generaal J. van Swieten. Adju
dant des Konings en Staatsraad in buiten
gewone dienst. 1879 II B. 552.
De gevechten in van 19 en 20 Augus
tus 1878 en 24 Maart 1879. 1880 I 375,417.
Generaal van Swieten en de waarheiddoor
den Luitenant-Generaal G. M. Verspijck, Adju
dant-Generaal des Konings. 1880 I B. 504.
Een woord over de „waarheid" van Gene
raal van Swieten, door F. N. Nieuwenhuijzen,
oud vice-president van den Raad van Neder
landsch-Indië, gewezen Gouvernements-com-
missaris voor 1880 1 B. 622.
De gevechten in van 19 en 20 Augustus
1878 en 23 en 24 Maart 1879. 1880 II 26.
De eerste Atjehsche expeditie en hare en
quête. Historische kritiek; door Generaal P.
G. Booms. Indische Gids, afl. 5 en 6 jaar
gang 1880. 1880 II B. 108.
De aanleiding tot de expeditie naar Sama-
langan in Juli 1880. 1880 II 609.
Open brieven aan den Heer G. F. W. Bo-
rel, kapitein der artillerie, enz. naar aanlei
ding van zijn boek„Onze vestiging in Atjeh",
door H. A. A. Niclou. 1881 I B. 302.