VOORWOORD.
De Tele overplaatsingen, waaraan de officieren van het Nederlandsch-
Indische leger noodgedwongen onderworpen worden, zijn onder meer oor
zaak, dat slechts weinigen zich de weelde van een goede bibliotheek
kunnen veroorlooven. Zeer weinigen zijn dan ook nog in het bezit van
de volledige jaargangen van het Indisch-Militair Tijdschrift, verschenen
gedurende de jaren, dat zij op bedoeld tijdschrift waren ingeteekend.
Yelen zijn zelfs om die reden geen abonné op het orgaan van hun
leger.
Dit alles maakt het begrijpelijk, dat het gros onzer officieren onkun
dig is van de vele belangrijke opstellen, en van de talrijke nuttige ge
gevens, die in dat tijdschrift voorkomen en dat, waar die kennis in meer
dere of mindere mate aanwezig is, zij zich hoofdzakelijk slechts uit
strekt tot de laatste jaargangen. Meer dan voor eenig ander tijdschrift
is dan ook voor het Indisch-Militair Tijdschrift het bestaan noodig van
een behoorlijk geordende inhoudsopgave over de verschenen jaargangen.
Overtuigd van het groote nut, dat een dergelijke „Inhoudsopgave"
niet alleen in bibliotheken en op militaire bureaux, niet alleen voor
officieren, die zich aan de studie wijden, maar in het algemeen voor alle
officieren stichten kan, heeft ondergeteekende zich een paar jaar gele
den aan den arbeid gezet om dat werk tot stand te brengen. Zonder
de geheel belangelooze hulp van iemand, die onbekend wenscht te blij
ven en die hem een groot deel van het werk uit handen heeft geno
men, zou het geheel echter vermoedelijk nietof althans nog niet tot
stand zijn gekomen. Het is hier de plaats met een enkel woord dien
medewerker zijn dank te betuigen.
Groote voldoening zou het voor ons beiden zijn, indien het weinig
kostbare boekwerk naast Barré en andere voor den Indischen officier
onmisbare werken, een eereplaats mocht verwerven op ieders schrijftafel.
Omtrent den inhoud van het werk en zijne indeeling gelooft de
ondergeteekende niet in bijzonderheden te moeten tredenzij spreken
voor zich zelf. Slechts zij aangeteekend, dat hij een keuze heeft moe
ten doen, welke Varia, Wenken voor de practijk enz. wel, welke niet
meer der vermelding waard zijn. Hij hoopt hierin, volgens zijne even-
"tueele beoordeelaars, zoo goed mogelijk geslaagd te zijn.