76 KRIJGSGESCHIEDENIS. Ned.-Indië. (Atjeh). Eene bijdrage tot de kennis der geschie denis van de 2e Atjehsche expeditie. 1881 I blz. 417. De benoeming van een civiel gouverneur van en onderhoorigheden. 1881 II B. 97. Naar aanleiding van eene bijdrage tot de kennis der geschiedenis van de tweede Atjeh sche expeditie. 1881 II 171,258, 355. Officieele bescheiden betreffende het ontstaan van den oorlog tegen in 1873. 1882 I B. 438. Een slotwoord over de eerste Atjehsche expe ditie door generaal P. G. Booms. Overgedrukt uit „De Indische Gids" van November 1881. 1882 I B. 445. en Tunis. 1883 II 127,227, 318. De oorlog draagt geen Romeinsch karakter. 1883 II 375. Officieele en andere bescheiden betreffende het beleid in I. Interpellatie door den heer Rutgers van Rozenburg. II. Het adres aan Z. M. den Koning. III. Het verslag in de Javasche courant betreffende de reis van Z. E. den Gouverneur- Generaal van Ned.-Indië. 1883 II B. 380. van 26 Dec. 1875 tot 4 Sept. 1876. De offensieve handelingen der guerilla. Uit offi cieele bescheiden samengesteld en toegelicht door H. E. Meijer, kolonel van den genera- len staf bij het Ind. leger. 1883 II B. 397. Verandering van inzicht of inconsequentie (Postenlinie Atjeh). 1883 H T. 406. Het vraagstuk. (Tijdschrift voor Ned.- Indië Aug. 1883). 1883 II 434. Het vraagstuk en de geschriften van den maarschalk Bugeaud. 1883 II V. 475. Beschrijving van den oorlog met gebruik making der officieele bronnen, door het de partement van koloniën daartoe afgestaan, samengesteld door E. B. Kielstra, Majoor der

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Stelselmatig Geordende Inhoudsopgave van het Ind. Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 80