107 Zout is stellig de grootste behoefte, daarna volgen katoen en wapens, ijzerwerk, opium, goud voor sieraden, enz Zij voeren, ter verkrijging van deze laatste artikelen, voortbrengselen van hun land naar de markten (kalangan) te Moeara Pinang en Goenong Meraksa in het Lintangsche, en naar den pasar te Lahat, waar ze die van de hand zetten en het bentiodigde inkoopen. Ofschoon het land zeer vruchtbaar en de Pnsoemaher niet lui is, zoo dat hij ruimschoots in zijne behoefte voorzien, en wat voor den uitvoer overhouden kan, heerscht er echter bij hem geene weelde of overvloed. Wel zijn de padischuren altijd goed vol, doch, behalve goede en nette houten woningen treft men weinig luxe aan ja zelfs het noodigste huisraad ontbreekt. Oe oorzaak hiervan ligt in de moeielijkheid van den uitvoer. Hoewel de wegen vrij goed zijn, maken de ravijnen der rivieren het transport in het groot zeer lastig. Ook hebben de Pasoemahers tot nu toe steeds zeer afgezonderd geleefd, en daardoor weinig handelsbetrekkin gen aangeknoopt. Ook de nijverheid heeft bij hen nog geene groote vlucht genomen, en bepaalt zich tot eenig grofsmeed-, timmer- en snijwerk, het aanmaken van wapens, het gebrekkig kerven van tabak, het bereiden van rarnehvlas, en het vervaardigen van zeer fraaije legmatjes. Als eene bijzonderheid moet echter vermeld worden dat zij hun eigen buskruit vervaardigen, waartoe steeds de noodige werktuigen in de baleh van elke doeson aanwezig zijn. Hunne wapens bestaan uit: klewangs, krissen, lansengeweren(meestal oude steenslotgeweren) donderbussen en lilla's. Behalve het kruit, dat zij zelf tusschen twee houten gekerfde loopers vervaardigden, gebruikten de Pasoemahers gedurende de expeditie ook nog andere soorten, die van elders ingevoerd warenb. v. Engelsch marine-kruit. Vele hunner weerbare mannen waren voorzien van eene soort van patroon- lasch van geitenleder vervaardigd, in vorm een namaaksel der onze. Zij bewaarden daarin hun kruit in kleine bamboezen kokertjes, die waarschijn lijk de benoodigde hoeveelheid voor een schot inhielden, en alzoo vrijwel met onze patronen gelijk staan. Aoor projectilen werd zoo wat van alles gebruikt; kleine glazen kogeltjes met tlieelood omwikkeld, stukken ijzer, hout, ja zelfs kogels van gebak ken aarde. Paar in de Pasoemah, zooals reeds gezegd werd, geen goed timmerhout te krijgen is, worden de huizeneven als voor vele plaatsen der Palembangsche bovenlandenop de hoofd plaats Palemhang aangemaakt, en vau daar geheel afgewerkt verzonden. Deze huizen zijn ujtstekend bewerkten meermalen door fraai snijwerk versierd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 114