113
uit Talang PadaDg over Sawah door de Pasoemah Oeloe Lintang naar
Geiong Saktie oprukken
De resident stelde daarbij voor, deze macht, zoo noodig, met een groot
aantal hulpbenden uit de Lematanglanden te versterken.
Het legerbestuur kon zich echter met de voorgestelde verdeeling in ko-
lonnes niet vereenigen, en terecht, want daar men wel aan kon nemen,
dat de verovering der Pasoemahlandenalthans in den beginne, hoofdza
kelijk bestaan zou uit het vermeesteren van versterkte doesons, en 's vijands
macht alzoo geconcentreerd zoude zijnwerd het van belang geacht, op de
punten van aanval zoo krachtig mogelijk op te treden.
Als uitgangspunt der expeditie werd de plaats Moeara Doea gekozen,
wijl men, van daar uitgaande, het gemakkelijkst de verschillende sterke doe
sons in de Pasoemah kon bereiken, en deze plaats, die ongeveer tegenover
het midden der Pasoemah Lebar gelegen is, het meest geschikt was, om
van daaruit al het benoodigde voor de ageerende kolonne aan te voeren
terwijl zieken en geblesseerden ook het spoedigst derwaarts gezonden
konden worden.
De door den resident en den militairen kommandant voorgestelde macht
van (100 man achtte het legerbestuur niet voldoende, en het wilde die in
allen gevalle niet alleen uit de in Palembang aanwezige troepen trekken.
De expeditie in 1854 onder den kolonel de Prauw, en de verdediging
van Djatie, hadden bewezen, dat het niet zoo gemakkelijk zou zijn, om
het land te veroveren, wanneer de Pasoemahers hunne versterkte doesons
wilden verdedigenen men mocht met eenigen grond aannemendat zij
dat zouden doen, daar zij toch reeds geruimen tijd wisten, dat het voor
nemen bestond, hun land in te lijven, zonder dat zij de minste moeite
deden, om, door onderhandelingen of dadelijke onderwerping, eenen inval
van troepen tegen te gaan, maar integendeel op eene volksvergadering
besloten, legen den aanval eene krachtdadige verdediging te voeren.
Het samenbrengen der troepen uit de garnizoenen in het Palembangschc
werd afgekeurd, omdat daardoor die posten te veel van troepen ontbloot
werdenhetgeen niet raadzaam voorkwramwijl de bovenlanden nog niet
zeer lang onderworpen en dientengevolge nog niet volkomen rustig waren,
en alzoo, bij een eventueel échec in de Pasoemahlanden, allicht tot verzet
zouden overgaan.
Deze beschouwingen gaven aanleiding, dat aan de regeering voorgesteld
werd, om voor de operatiën in de Pasoemahlanden te bestemmen:
Aanvankelijk was men van plan geweest, de Pasoemah ook van uit Benkoelen binnen te
rukkenten einde tevens de Pasoemah Oeloe Manna te bezettendoch toen dit gewest zich
vrijwillig aan het Nederlandsche gezag onderwierp, werd van dit plan afgezien.
8