125 200 M. achter de schijf ongeveer 2 M. diep in duin te dringen, dan ver meent zij toch als zeer waarschijnlijk te mogen aannemen, dat ook de met 22 K. G. lading geschoten kogel elke plaats der schijf zou kunnen doorboren, wanneer de afstand, waarop gevuurd wordt, niet meer dan 183 M. bedraagt. En wanneer, bij het beoordeelen van de uitwerking van den vuurmond, buitendien in rekening gebracht wordt, dat de pantsering der schepen niet uit ééne, maar uit een groot aantal tegen elkander gelegde platen bestaat, en dat ook vermoedelijk niet alle platen van even uitmuntende hoedanig heid zijnzal men tot het besluit moeten komenaangezien in het werk- dadige de kogels menigmaal deze zwakkere gedeelten zullen treffen, dat een gepantserd schip al zeer kwetsbaar zal zijn, wanneer die zwakkere deelen zijner pantsering niet tegen de uitwerking van het geschutvuur bestand zijn; en dat omgekeerd een vuurmond, waarvan de uitwerking groot genoeg is om de boorden van een gepantserd schip op zoo vele plaatsen te doorboren en te vernielenvoldoende geacht mag wordenom, met groote kans van welslagenhet gevecht tegen zulk een vaartuig op te nemen. De proef viel niet gunstig uit, ten opzichte van de aangenomen wijze van verbinding van de onderdeelen der schijf onderling, en vooral betref fende het gebruik van schroefboutenom de pantserplaten aan den houten ruggesteun te bevestigen; eeue verbindingswijze, die, naar het oordeel der commissie, door de proef onvoldoende is gebleken te zijn. De uitwerking van niet meer dan twee schoten, die beide het linker gedeelte der schijf troffen, was toch voldoende, om over de geheele opper vlakte der schijf minstens 14 en vermoedelijk 26 dezer schroefbouten te breken; terwijl het zelfs niet onwaarschijnlijk is, dat genoegzaam al deze bouten gebroken zijn, iets dat evenwel niet kon worden opgenomen. Deze uitkomst kan niet anders dan ongunstig genoemd wordenomdat hierdoor blijkt, dat de verbinding van de op die wijze aan het boord van een gepantserd schip bevestigde pantscrplatendoor de uitwerking van eenige treffers aanmerkelijk verzwakt zou worden. En zij is ook ongunstig wanneer men haar vergelijkt met die, welke, in Engeland bij aanwending van Parsousbouten, en in België bij het gebruik van Palissersbouten ver kregen werden. De doorloopende bouten met moeren, waarmede de verbinding van het rug-geschild met den ruggesteun daargesteld was, voldeden beter, daar slechts enkele dezer bouten die niet in de onmiddellijke nabijheid der getroffen gedeelten geplaatst warenbezweken zijn. Aangezien bij de proef alleen op den afstand van 183 M. gevuurd werd,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 132