130
De voetplaat was over eene lengte van 95 c. M. ongeveer 8 c. M.
doorgebogen.
De proeven werden voor dien dag gestaakt, en op den 24ste" Septem
ber voortgezet, ten einde nogmaals te trachtenhet rechter gedeelte
van de benedenplaat, in een nog nagenoeg onbeschadigd gedeelte, te
treffen.
Vijfde schot.
Lading, projectiel, enz. als bij de twee laatste schoten.
Trof de onderplaat in het 5e vak, op 95 c. M. van den rechterkant
der schijf, en op 25 c. M. van den bovenkant dier onderplaat.
Het projectiel doorboorde de schijf geheel, en werd niet terugge
vonden.
Er ontstond in de onderplaat eene scheur, aanvangende aan den boven
kant, op 1.2 M. van de rechterzijde, en eindigende in het gat, doorliet
vierde schot veroorzaakt.
Het rechterstukwaarin zich het projectiel van het vierde schot bevond,
werd op 20 c. M. rechts en op 4-0 c. M. vóór de schijf geworpen.
Het linkergedeelte van de benedenplaat isnadat de G zich daarin
bevindende bevestigings-schroefbouten waren gebroken, met den onderkant,
tot op 4-5 c. M. van de teakhouten bekleeding, naar voren geschoven.
Het rechtergedeelte van de bovenplaat, lang 0,65 M., dat nog een
bout bezat, viel, nadat die bout was afgebroken, in horizontale richting
op den bovenkant der onderplaat.
De houten bekleeding werd op de plaats der doorboring geheel ver
brijzeld, en in het ruggeschild ontstond een gat, ter hoogte en breedte
van 40 c. M.
De verdere beschadigingen waren
4e vah. Drie bevestigingsbouten der houten bekleeding gebroken.
5e vak. Drie bevestingsbouten der houten bekleeding en een schroef-
boutje gebroken.
6e vak. Twee schroefboutjes gebroken.
De schijf was na dit schot zoodanig ontredderd, dat verdere proefne
mingen hiertegen voorloopig moesten worden gestaakt. Hoezeer het, voor
het maken van juiste gevolgtrekkingen uit de verkregen uitwerking, te
betreuren is, dat de beide schoten, op den 22®*™ September gedaaneerst
na den aanslag hebben getroffen, zoo verkreeg de Commissie toch, door
deze schoten, een bewijs te meer voor de onvoldoendheid van het ge
bruik van schroefbouten, om de pantserplaten aan den houten ruggesteun
te bevestigen.