131
De bovenplaat werd slechts door weinige bouten meer tegen de houten
bekleeding vastgehouden, en vond overigens steun in de onderplaat.
Had de schijf in dien toestand deel uitgemaakt van een gepantserd
vaartuig, zoo komt het der commissie zeer waarschijnlijk voor, dat de
platen, na deze beide laatste schoten, van de houten bekleeding zouden zijn
afgevallen.
Na het 5e schot bleek verder, dat het projectiel, dat bij het 4e schot
geheel in de schijf was gedrongen, volkomen gaaf was gebleven.
Het niet doorboren van de schijf bij dit schot moet worden toege
schreven
lc. aan het verlies in snelheid van liet projectiel door den aanslag, en
2e. aan den hoek, waaronder het projectiel na den aanslag in de schijf
was gedrongen.
Het laatste schot leverde intusschen het bewijs, dat de pantserschijf op
den afstand van 768 M., met het projectiel van 144 K. G., en de lading
van 24 K. G. prismatisch buskruit kon worden doorboord.
Het projectiel toch trof een nog zeer weinig beschadigd gedeelte van
de plaat der beste hoedanigheid, drong door het nog geheel onbeschadigde
ijzeren ruggeschild tusschen de 5e en 6e versterking van hoekijzer heen,
en vervolgde zijn weg.
Tot heden is het projectiel niet teruggevonden, en derhalve vermoedelijk
in duin geraakt, alwaar de herkenningsteekenen door het verstuiven van
het zand al spoedig verloren geraken.
Toonde de commissie boveir uit de genomen proeven door berekening
aan, dat de met 24 K. G. lading geschoten kogel zeer waarschijnlijkop
afstanden van 551 en 670 M., voldoende levendige kracht zou bezitten om
de pantserschijf te doorboren, zij werd door het laatste tegen de schijf
gebezigde schot niet in hare verwachting teleurgesteld, terwijl uit de ge
meten snelheid, op 743 M. van de monding zijnde, 335.4 M., al verder
bleek, dat het projectiel ongeveer 5 M. op de 100 M. doorgeloopen ruimte
in snelheid had verloren; waarbij echter in aanmerking dient genomen te
worden dat de 335.4 M. slechts door ééne waarneming1 is verkregen.
Uit de genomen proeven met het kanon van 24 c. M. tegen de daartegen
voorgestelde pantserschijf, blijkt derhalve:
10. dat eene dergelijke pantsering door dit kanon, met 24 K. G. pris
matisch buskruit en glasharde projectilenvervaardigd van zweedsch ka
nonijzer, wegende 143 a 144 K. G., tot op den afstand van 768 M.
volkomen wordt doorboord;
2°. dat eene dergelijke uitwerking wordt verkregenbij het bezigen van
22 K. G. lading op een afstand van 183 M.;
O O