136
dan zouden die toch door onze troepen dienen bezet en verdedigd te wor
den van de schutterij inag uien zoo iets niet vorderenhet is dan ook,
vooral in Indië, hare roeping niet. Mij dunkt, indien onze brave burger
soldaten in tijd van oorlog als rustbewaarders optreden, of zoo noodig
naast ons in de gelederen strijden, dit genoeg van hen gevergd is.
Ook is het in onze eeuw niet te verwachten, dat een beschaafde vijand
de verovering zoude beginnen met alles te vernielen, ten einde de tegen
partij te benadeelenhetgeen in dit geval bovendien zeer onverstandig
gehandeld zoude wezen, aangezien bij een debarkeinent op Java, waar ook,
de vijandelijke troepen zelfs van het geringste nut kunnen trekken.
Mogt EngelschinanPiuis, Eranschman of Amerikaan op de aldus ver
laten kusten van Java landen, geloof dan ook vrij dat er niets vernield
zal wordenmaar hij daarentegen alles gebruiken zal wat te gebruiken is
en hij het volk goed zal behandelen, ten einde door rechtvaardigheidzacht
heid en billijkheid te winnen, hetgeen wij uit zwakheid ten hunnen aan
zien verloren hebben.
Zoodanige handelwijze van den vijand zoude al zeer spoedig ten zijnen
voordeele werken op den geest van de bevolking der door ons bezette
residentiën.
üe verdediging van Java steunt geheel op onvoorwaardelijke trouw van
de bevolking en van de vreemde ingezetenen, en hoe kan men trouw
verwachten van overheerschtenindien de overheerscher zich niet sterk of
meuschlieveud betoont.
Van vestingen in Indië ben ik, even als K., een doodsvijand; het ter
rein van Java, en dat van de andere eilanden in den Oost-Tndischen ar
chipel, levert eene aaneenschakeling van natuurlijke versterkingen op,
welke, hier en daar een weinig door de kunst geholpen, tot geduchte
sterkten kunnen gemaakt worden.
Behalve een paar geschikte vluchthavens voor de marine, waarin deze
veilig eenig verlies of averij kan herstellen, en welke alleen van den zee
kant goed bevestigd moeten worden, kan men de geheele kust vrij laten
van permanente versterkingen. Alle thans bestaande vestingen of sterkten,
met uitzondering van Tjilatjap, kunnen vervallen en de gebouwen tot een
ander doeleinde gebezigd wordendie van Ngawie zoude men tot mili
taire gevangenis kunnen inrichten.
Mel K. stem ik volkomen in, dat een buitenlandsche vijand het nimmer
wagen zal, met minder sterke magt dan p. m. 15000 man Java aan te
vallen. Dat het overvoeren van zoodanig goed uitgerust leger met veel
moeite zal gepaard gaan, en het maken van groote kosten vordert, valt
niet te betwijfelen, maar dit neemt niet weg, dat zulks, vooral in