138 zelf overgelaten eilanden Banka en Billiton, met hunne zoo rijke tin mijnen. Ziedaar nu, mijn waarde K., de bezwaren, welke ik tegen uw verdedi gingsstelsel heb in te brengen; ge zult nu wel zeggen, dat het critiseeren daarvan gemakkelijk is, zonder iets anders daarvoor in de plaatstestellen- Daarom zal ik zoo vrij zijn, zoo spoedig mogelijk, indien de redacteur zulks goedkeurt, in dit tijdschrift mijne denkbeelden omtrent eene verde diging van de koloniën, in ruwe trekken bloot te leggen, en zal u daar door in de gelegenheid stellen, mij ook flink op de vingers te tikken; maar wij moeten tegenover elkander kalm blijven, en willen hopen, dat onze vreedzame pennestrijd niet zonder nut zal wezen. Samarang. EEN INFANTERIST. Aanteekening der redactie. Wij danken den ons onbekenden schrijver zeer voor de toezending van dit artikel, en houden ons voor de toegezegde nadere beschouwingen over de verdediging aanbevolen. Wij, die nagenoeg al onze kennis omtrent de verdediging uit oöiciëele geschriften moesten putten, zijn te zeer overtuigd, dat die kennis slechts gering kan zijndan dat wij in het belang der zaak ook niet gaarne de op ondervinding en terreinkennis gegronde zienswijze van anderen zouden vernemenen in ons tijdschrift zouden willen publiceeren Ons artikel was hoofdzakelijk gevolgd naar eene bij het departement van oorlog berustende nota, door een onzer kundigste officieren voor eenige jaren bewerkt. Wij achtten het bijzonder geschikt voor ons tijdschrift, juist oindat daardoor, zoo als wij verwachtten, bespreking eener zoo be langrijke aangelegenheid zou worden uitgelokt. Ten slotte nog een enkel woord. In ons artikel over -'Ons verdedi- gingsstelser' zeiden wij, aan te vangen met een overzicht van het gecon centreerde verdedigingsstelsel. Daarin lag opgesloten, dat onze beschou wingen slechts moesten dienen als begin, als inleiding voor meer nauw keurige, meer gedetailleerde onderzoekingen naar de wijze, waarop Java verdedigd moet worden, en dat wij ons voorstelden, onder hetzelfde op schrift nog meerdere beschouwingen te laten volgen. De critiek in de dagbladen heeft deze niet afgewacht, doch het doen voorkomen, alsof wij alles, wat wij over de verdediging te zeggen hadden, in 12 bladzijden mededeelden. Uit het op bl. 9 voorkomende hebben ook sommigen de gevolgtrekking

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 145