149 Verder zag men van daar, dat de talang door eene vrij goede bamboe- doeriehaag omgeven was, waarvan men de open plaatsen versperd had, door de nevenstaande bamboezen half om te kappen, zoodat hunne top- eiuden de openingen vulden. Overigens werd verder geene eigenlijke verkenning gedaanzoodat men de bijzonderheden der versterking eerst bij den aanval te weten kwam. De 2e kompagnie van het J 0e bataillon ontving terstond last, zich naai den oostelijken hoek der doeson te begeven, ten einde aldaar het moeras te verkennen, en zich aan die zijde op te stellen. Tevens werd den kommandant dier kompagnie opgedragen, te rap porteeren, of de versterking door eene gracht omgeven was, en zich in verbinding te stellen met de 5« kompagnie van het 10e bataillon, die ondertusschen links afgeslagen was, en bij het meertje en de talang de stelling ingenomen had, die voor haar in het plan bepaald was. Terwijl deze beide kompagniën naar de plaats barer bestemming trok ken, had de artillerie haar vuur geopenden was zij begonnen, de versterking met granaten te bewerpen. De verdedigers beantwoordden dit vuur en dat der tirailleurliniën dei 2e en 5e kompagnie van het 1ÖB bataillon zeer krachtdadig. Een SOOtal vijanden, die de talang van de westzijde trachtten binnen te dringen, werden door eenige tirailleurs van de 5e kompagnie terug gedreven. De hoofdkolonne werd door eenige, achter het struikgewas, aan de over zijde van het meer verborgen vijanden bestookt, die haar echtei geen na deel toebrachten, en spoedig door eenige tirailleurs verjaagd weiden. Inmiddels had de artillerie haar vuur voortgezet, en 9 granaatworpen gedaandie vrij wel hun doel bereikt hadden. Nadat men nu omstreeks 11 uur van de 2e kompagnie van het 10e bataillon het bericht ontvangen had dat de versterking niet door eene gracht omgeven was, besloot de expeditie-kommandant tot eene bestorming over te gaan, waartoe eene pelotons-kolonne geformeerd werd, bestaande uit de de kompagnie van liet 10e bataillon en de halve 4e kompagnie van het garnizoens-bataillon. Hiermede werd echter de geheele hoofdkolonne opgelost en bleef daar van op het plateau alleen achter de artillerie, met een gedeelte haier be dekking alsmede de sappeurs. De bedekking van de houwitsers schijnt met de voorhoedewaarhij deze stukken hij den afmarsch ingedeeld warenmedegegaan te zijn. De bedekkingdie nog op het plateau achter bleef, bestond uit de sectie infanterie, behoorende bij de mortieren, onder kommando van den sergeant Creuzet dit Berton van het garnizoens-bataillon.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 156