151 De stormkolonne stuitte echter weldra op eene enorme versperring, be staande uit eene zware houten palissadeering, die, in den vorm van een halven tamboer uitgebouwdden hoofdingang der doeson afsloot. Deze afsluiting werd gevormd door zware aaneengesloten palissaden of boomstammen, die ongeveer 0.75 el in den grond ingegraven en onderling stevig verbonden waren. De hoofdingang der versterking, welke door deze palissadeering afgesloten was, werd gevormd door eene met bainboe-sassak bekleede opening in den wal, die ongeveer een el breed, van boven behoorlijk met grond op bamboe sassak geblindeerd was, en van achteren afgesloten werd door eene 1.75 el hooge travers, die uit drie kolossale, op elkander gestapelde, door zware palissaden gesteunde, steenen bestond. Nadat men onder een hevig vuur en lansverdediging des vijands herhaalde vergeefsche pogingen tot opruiming dezer versperring gedaan, en één doode en zeven gewonden bekomen hadwerd op last van den expeditie- kommandant de storm gestaakt, trok de 5e kompagnie terug, en nam zij weder positie op het plateau. 1 Daar men nu de onmogelijkheid inzag, om de versperring bij den in gang door de infanterie, die alleen van kap- en zaagmessen voorzien was, te doen opruimen, werd den koinmandant der sappeurs gelast, om, onder steund door de artillerie, te trachten eene opening in de palissadeering te maken. De sappeurs en artillerie waren gedurende den bovenbeschreven storm op het plateau achtergebleven, en rukten nu onmiddellijk naar den hoofd ingang der talang op. Het peloton der 6e kompagnie van het 10e bataillon, en de halve 4e kompagnie van het garnizoens-bataillondie de tweede stormkolonne uitgemaakt hadden, werden tot dekking dezer troepen bestemd; daarbij voegden zich tevens de^&fT scherpschutters, die reeds in het begin van het gevecht naar de doeson opgerukt waren. Nadat de artillerie de beide houwitsers op ongeveer 20 passen van de palissadeering zoo bedekt mogelijk opgesteld, en twee kartetsschoten gelost had, waardoor den vijand eenige schrik aangejaagd en hij van de borstwering verdreven was, rukten de sappeurs voorwaarts, en poogden deze de pa lissaden op te ruimen. Dit gelukte echter niet; de palissaden waren zeer zwaar en diep in den grond gegraven, en de ruimte was te klein, om behoorlijk den bijl te hanteeren. Spoedig keerde de vijand terug, en noodzaakte hij de werklieden door zijn hevig vuur en lanssteken, om zich terug te trekken. Tot vier malen toe werd de storm herhaald en hoewel men er in slaagdeeenige palissaden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 158