158
onderwerping gekomen was, en kwam des avonds om 5 uur te Moeara
Doea aan. Hoewel de kolonne onderweg door den vijand slechts weinig
verontrust of opgehouden was, kon zij toch slechts langzaam avanceeren,
daar de zwakke Palembangsche koelies veel moeite haddenom de ge
blesseerden te dragen.
Te Moeara Doea had men zulk een groot aantal geblesseerden (51 man)
volstrekt niet verwacht, en hoogstens op 5 a 10 man gerekend; het
veldhospitaal aldaar was echter, door de goede zorgen van den officier
van gezondheid Bosnians, zoo goed geëquipeerd, dat vóór elf uur 's avonds
iedereen behoorlijk verpleegd was.
Het is hier de plaats, om met een paar woorden hulde te brengen aan
de uitstekende inrichting van het veldhospitaalen aan de zorgzame be
handeling, die daar genoten werd.
Menig geblesseerde werd daar van zeer ernstige wonden genezenen
zal zich met dankbaarheid de goede zorgen van den heelmeester herinneren
Den 268ten kwamen reeds vier soembaijs, uitmakende 94 doesons, allen
tusschen de Selangis en de Lematang gelegenhare onderwerping aanbie
den, Alleen het hoofd der doeson Sawah Batoean weigerde zich te on
derwerpen.
Hij werd daartoe echter aangemaand, en hem werd een ultimatum van
twee maal 24 uren gesteld.
Den 27sten werd de kapitein Stijman, onder bedekking van eene kolonne
van 50 bajonetten, naar Penandingan gezonden, ten einde die plaats te ver
kennenop te meten, en in kaart te brengen. Het bleek toen, dat de
vijand weder eenige pogingen tot versterking der plaats in het werk ge
steld haddie nu echter door eene geheele verwoesting voor soed werden
te keer gegaan.
De troepen hielden zich te Gelong Saktie inmiddels onledig met het
weder in orde brengen hunner wapens enz., terwijl de sappeurs eenige
ontbrekende accessoire gebouwen daarstelden, en met de oprichting' van een
gebouwbestemd tot veldhospitaal, begonnen.
Vermits het hoofd van Sawah Batoean niet aan het hem gestelde ulti
matum voldeedvertrok den 28sten. onder kommando van den kapitein van
Heijningen, naar die plaat* eene kolonne, sterk 150 bajonetten, waaraan
toegevoegd waren eenige sappeurs, benevens 2 mortieren'met bediening.
Deze kolonne. had in last, Sawah Batoean te nemen en te verwoesten, en
zich zoo mogelijk van den aldaar aanwezigen voorraad padie meester te
maken.
Reeds bij den opmarsch ontwaarde mendat de vijand zelf de doeson