134,
rivier bij Arahan Tiga, waar de overgang niet versterkt was, over fe
trekken. Hierdoor werd ook nog het voordeel verkregen, dat men, om de
zoo even genoemde plaatsen te bereikende Endikat niet behoefde te
passeeren.
Ten einde nu dit plan uit te voeren zou de kolonne over Moeara Doea
trekken, en op die plaats eenigen tijd verblijven, totdat bij Arahan Tiga
eene behoorlijke brug zou geslagen zijn.
Gelong Saktie werd daartoe den 8st™ Mei door de hoofdmacht verlaten
terwijl de 4e kompagnie van het garnizoens-bataillon en de officier van
gezondheid Couwenberg achterbleven, en het inmiddels nagenoeg versterkte
gedeelte betrokken.
Den Ssten Mei rukten de overige troepen van Tebat Seroet naar Moeara
Doea, welke plaats des morgens tegen lO uur bereikt werd.
Onmiddellijk na de aankomst aldaar werd eene patrouille, bestaande uit
100 pradjoerits, naar de rivierovergang bij Arahan Tiga gezonden, ten
einde dat punt in bezit te nemen, en de werkzaamheden van 200 inwoners
van Moeara Doea en omstreken te dekken, die met het slaan eener brug
over de rivier belast werden.
De pradjoerits werden door middel van een klein bamboezen vlot over
de rivier gebracht, en bezetteden de aan de overzijde gelegen doeson Tebat
Tandjong, die zich bereids onderworpen had.
De koelies begonnen dadelijk met het slaan der brug, doch konden,
tengevolge van den hoogen waterstand in de rivier, daarmede niet gereed
komen.
De pradjoerits werden in den avond van den 9t,eu door eenige vijanden
verontrust, doch dezen werden door een stoutmoedigen uitval van den ser
geant-majoor, kommandant der patrouille, met een vijftal onderhebbenden,
die hen door de alang-alang bekropen en aanvielen, spoedig voor goed
verdreven.
De pogingen, die den volgenden dag in het werk gesteld werden om
de brug in orde te brengenmislukten eveneens.
De expeditiekommandant besloot, na bericht ter zake ontvangen te
hebben, eenige sappeurs tot hulp en tot leiding der werkzaamheden bij
de brug af te zenden.
Dientengevolge vertrok, in den morgen van den 10clen Mei, een detache
ment sappeurs, onder kommando van luitenant Rombouts en onder be
dekking van 25 bajonetten van de 5e kompagnie van het 10e bataillon,
naar Arahan Tiga, en kwam aldaar tegen 9 uur aan.
Bij aankomst vond men de brug in het doorwaadbare gedeelte der rivier