167 De Sosokan vormde een onregelmatig vierkantdat alleen aan de noord zijde van eene wal met gracht voorzien, en verder geheel open was. Op den wal stond eene bamboe-doeriehaagen daarachter hier en daar eenige blindeeringen, in den geest als die bij Penaudingan omschreven werden, doch die nog niet voltooid waren. Op 500 passen van de Sosokan genaderd, hield de koloune halt, en werden de beide houwitsers in batterij gesteldterwijl de 4<e kompagnie van het 10e bataillon westwaarts toog, die ten einde de versterking van zijde om v te trekken. De artillerie opende onmiddellijk haar vuur, en na 8 zeer gelukkige granaatschoten zag men den vijand vluchten; de 4° kompagnie van het 10e bataillon, die inmiddels de westzijde genaderd en van daar binnenge drongen was, vond de versterking verlaten. Tegelijkertijd dat de 4" kompagnie westwaarts was gezonden, was de lc kompagnie van het garnizoens-bataillon oostwaarts getogenen het ravijn, dat de oostwaarts gelegen sawah's begrenst, overgetrokken. Deze kom pagnie had in last, de oostzijde der doeson in te sluiten. Na den val der Sosokan trok de 4° kompagnie van het 10° bataillon verder naar de westzijde der doeson, terwijl de 5e kompagnie van dat bataillon den last ontving, om zich met de oostwaarts staande le kom pagnie, en vervolgens langs de zuidzijde der doeson ook met de westwaarts opgestelde 4° kompagnie in verbinding te stellen. De 6° en 2C kompagnie bleven als hoofdtroep noordwaarts ageeren, en naderde de doeson tot op ongeveer 400 passen, waarna de houwitsers weder in batterij werden gebracht. De 4e en 5° kompagnie hadden tevens in last, om de waterleidingen, die naar de versterking voerden, af te leiden, met welk doeleinde ook eene patrouille van 50 pradjoerits, ouder den len luitenant Munder, naar de zuidzijde der doeson afgezonden werd. Deze patrouille zou tevens dienen voor de insluiting van die zijde, en de verbinding tusschen de 5° en '4° kompagnie aldaar vergemakkelijken en voorbereiden. De 4° kompagnie van het 10° bataillon, die inmiddels de westzijde der hoofdversterking genaderd wastrachtte haar eerst volgens ontvangen bevelen aan die zijde in te sluiten, doch stelde zich, toen bleek dat de omtrek (e groot was om geheel door de beschikbare macht bewaakt te kunnen worden, op ongeveer S0 passen afstand van de doeson op, en breidde hare postenketen van af de noordwaarts gelegen sawah's zoover mogelijk zuidwaarts uit. Terwijl de artillerie aan de noordzijde, en de tirailleurliniën der 4e kom- t

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 174