170 Hier en daar zullen zeker vragen en bedenkingen gerezen zijn, ook bij ons, en wenden wij ons tot K. om voorlichting, daar hij, door de ken nisname van officiè'ele bescheiden, de aangewezen persoon isom die vragen te kunnen beantwoorden. Ofschoon een centraal-stelsel voor Java zeker het beste is, moeten wij toch van onze positie bij Ambarawa geen te hoogen dunk opvatten. Centraal-stellingen in een bergland hebben, bij al 't goede daaraan ver bonden ook zeer groote nadeelengelijk K. reeds aantoonde. Men is niet verzekerd, dat de vijand onze stelling moei aantasten. ltukt de vijand in eene andere richting, dan de lijn Samarang-Amba- rawa, voorwaarts, en willen wij hein met 't gelieele leger te gemoet gaan, dan hebben we kans te laat te komen, om hem het deboucheeren uitliet gebergte te beletten, zooals bijna zeker het geval zal zijn, zoo de vijand in Tagal landt, en via Margasarie, Boemi-ajoe en Petoegoeran naar Ban joemaas oprukt. Bedoelde weg is tot voorbij Boemi-ajoe voor bespannen voertuigen bruik baar, en levert voor oprukkende vijandelijke kolonnes geen meerdere ter- reinbezwaren op dan de lijn Samarang-Ambawara. Zooals K. te recht opmerkt, alle toegangen tot het binnenland kunnen niet bezet worden, en daar we niet weten, langs welken weg de vijand naar Midden-Java zal oprukken, zal hij, door demonstraties op enkele andere punten onze aandacht afleidende, inmiddels met zijne hoofdmacht een belangrijken afstand afgelegd hebben, alvorens wij van zijne bedoelin gen zekerheid kunnen hebben en hem te gemoet zullen gaan. Volgens liet stelsel van den generaal van Swieten is dus de lijn Amba- rawa-Tjilatjaponze basis en tevens terugtochtslijn. Op die lijn zullen we vermoedelijk in Magelatig en Poerworedjo onze magazijnen, depots vestigen. Worden wij uit onze stelling bij Ambarawa door den, van Samarang oprukkenden, vijand teruggeworpen, dan krijgen we, door het teruggaan op onze achterliggende magazijnen en depots, versterking, en kunnen dan later op nieuw voorwaarts gaan. De vijand moet, ons vervolgende, zich steeds verder van zijn subject verwijderen en de vesting Willem I belegeren of doen observeeren, daar anders die vesting de aanvoeren voor het vijandelijk leger beletten of bemoeielijken kan. liet lijdt geen twijfel, of de vijand zal Willem I eenvoudig doen obser veeren, en inmiddels krachtig ons leger vervolgen. Het gevolg van 't bovenstaande is dus, dat hij zijn veldleger verminderen moet, terwijl hij juist door eene krachtige vervolging van de behaalde voordeelen partij moet trekken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 177