172 Europeesche mogendheid die zeker geene middelen zal ontzien om zijn doel te bereiken niet onvoorwaardelijk gerekend mag worden. Zeer te rechtmen mag niet aannemendat die Inlandsche vorsten huizen, na onder ons bestuur bijna alles verloren te hebben wat hunne vroegere grootheid uitmaakte, in moeielijke tijden, trouwe vrienden van Nederland zijn. Be vijand zal niet nalaten, zich reeds lang voor 't uitbreken van den oorlog met die vorstenhuizen in verbinding te stellen, en beloften van al lerlei aard te doen, ten einde bij die vorsten de zucht op te wekkenonze zijde te verlaten, en, tot belooniug, uit de hand des vijands een deel hun ner vroegere grootheid en macht terug te krijgen. Het zal zeker 's vijands ernstig streven zijn, zoo spoedig mogelijk met de vorstenlanden in verbinding te komen; kan de vijand zich nu niet spoediger met de vorstenlanden in contact stellen, en al de nadeelen ver mijden aan eene landing en opmarsch in het Samarangsche verbonden? Met de kaart van Java voor ons zien wij, dat Java's Zuidkust, vanaf Ambul tot Wonoroto (residentie Bagelen), geen moeielijkheden van aan belang tot een debarkement kan opleveren. De vijand is dan tevens op de grens van Djocja, en kan zich dus on middellijk met de vorstenlanden in verbinding stellen. De landstreek tusschen Poerworedjo en Ambal is eene zeer welvarende, doorsneden door uitstekende wegen. De troepen, in Wonoroto geland, hebben slechts 10 a 12 paal over een uitmuntenden weg af te leggen om Poerworedjo te bereiken, waar zij ver moedelijk onze goede magazijnen vinden. Onze uiterste bezettingen van eeuig aanbelang zullen wel in Magelang zijn, en kan dus de voorhoede des vijands, door een snel voortrukken, de passen bezetten tusschen Menoreh en Gedong-agoengterwijl het gros zijns leger voortgaat met debarkeeien, en naar Poerworedjo oprukt. Gelukt het bovengeschrevene, dan heeft de vijand ons leger bij Amba- rawa van zijne terugtochtslijn afgesneden. Het streven van den vijand moet zijn zoo spoedig mogelijk tot een be slissend treffen te geraken; dat van ons, elke beslissing te voorkomen,zoo die niet beduidend in ons voordcel uitvalt; kortom, bij eene ongunstige wending van den slag moeten wij het gevecht afbreken. Is de landing op de zuidkust volvoerd, dan moeten wij tot eene be slissende ontmoeting met den vijand besluiten, daar wij, 't gevecht afbre kende en teruggaande, ons van onze magazijnen zouden moeten verwijde ren, en het verlaten van 'teerste slagveld door onze troepen, zeer waar schijnlijk, het sein zal zijn tot den afval der vorstenlanden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 179