175 Zoo zal 't bevelen van onze zijde, dat de bevolking niet met den vijand in gemeenschap trede, wel bij 't bevelen blijven. Eveneens is 't gesteld met den last tot het doen terugtrekken der be volking naar het gebergte met have en goedmet voedsel en vee. Waar moeten die menschen en hun vee enz. blijven? Waar zal eene rijke veestapel, als in de Samarangsche laaglanden ge vonden wordt, iu 't gebergte de noodige weidegronden vinden? De be volking zal een last, als boven bedoeld, wel als non-avenu beschouwen. Het reeds in vredestijd zamehtrkeken onzer troepen in de stellingen bij Salatiga enz., door K. voorgestaanjuichen wij van harte toe. De bevelhebbers zullen dan gelegenheid hebben zich bij tijds bekend te maken met de terreinenwaarop zij eenmaal zullen moeten ageeren. De oefening der corpsen, vooral in, verband tot de drie wapens, zal dan én voor de troepen én voor de bevelhebbers van groot nut zijn. Mannen, die alleen door theoretische studiën het zóó ver brengen, dat zij in 'teerste gevecht toonen een goed officier, en, aan 't hoofd van een leger geplaatst, in den eersten veldslag een goed veldheer te zijn, vinden we alleen onder Napoleons en Cesars, dus bij uitzondering. De practische oefeningen der drie wapens, zooals zij nu plaats vinden, leeren ons zeer duidelijk, hoe de vereenigde wapens niet moeten werken. Ook de oefeningen der manschappen bij het bataillon laten veel te wenschen over. Terwijl in Pruisen bepaald verboden wordtde troepen op vlakke opene terreinen in 't tirailleeren te oefenendaar de soldaat dan verkeerde denk beelden van zijne verplichtingen krijgt, zien wij onze manschappen steeds op een koningsplein of de een of andere alon-alon oefenen. Gewezen Pruisische officierennu als onze kameraden in 't legerver klaren dan ook, dat onze soldaten niet kunnen tirailleeren. De bataillons-exercitiën kenmerken zich door het pedante, het vorme lijke, een gevolg van het uitsluitend op een exercitieveld geoefend worden der troepen. Een levenop het exercitieveld doorgebrachtvervult den geest met vormen en vooroordeelendie den bevelhebber ongeschikt maken tot doeltreffend handelen, wanneer hij te veldeaan zich zeiven overgelaten, moet beoordeelen wat hem te doen staat. Meeningen van anderen uit te lokken over K. 's denkbeelden en de onze, is 't doel van dit schrijven, ten einde daardoor tot gezonde denk beelden over »ons verdedigingsstelsel" te geraken, en het is daarom, dat wij de redactie de plaatsing dezer regelen, in haar tijdschrift, beleefde lijk verzoeken. H.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 182