177 geneesheer, wanneer hem geoefende hospitaal-soldaten, deugdelijke vervoer middelen en ziekenvoedsel ontbreken. Wij zwijgen met opzet over genees middelen, niet omdat wij ze alle nut ontzeggen, maar wel omdat ze den Indischen veld-arts slechts zelden ontbraken, en hunne werkzaamheid meestal niet aan de verwachting beantwoord heeft, wanneer eenmaal de slaande engel der epidemie zich baan gemaakt had in de gelederen, en als cholera, dysenterie of typhus in de rijen der strijders was doorgedrongen; en vooralomdat de taak van den geneesheer niet slechts bestaat in het genezen, maar hoofdzakelijk en in de voornaamste plaats in het voorkomen van ziekte. Ziekte te voorkomen, moet voortaan de leus van den militair-genees kundigen dienst zijn; en om aan deze bestemming te beantwoorden, moe ten hem, door den staat, al die hulpmiddelen in ruime mate gewaarborgd zijn, die hij behoeft, om met vrucht te kunnen arbeiden. Eene goede verpleging en verzorging van een leger te velde, behoort in het algemeen tot de moeielijk oplosbare vraagstukken; en zoo het reeds in Europesche en andere, van alle hulpmiddelen ter verkeer ruim voor ziene, landen bijna ondenkbaar is, een vast plan of een bepaald stelsel te ontwerpen, volgens hetwelk troepen te velde, onder alle omstandigheden, voldoende en doelmatig kunnen verpleegd wordenzoo geldt dit in nog meerdere mate, voor een terrein, zoo als in onze Indische bezittingen, waar ter nauwernood wegen van verkeer en gemeenschap bestaan, en waar aan doelmatige vervoermiddelen volslagen gebrek is; door plaatselijke moeie- 1 ijkhedenniet te voorziene veranderingen in de vooruit bepaalde marsch- plannen, onverwacht treflen met den vijand, nadeelige klimaatinvloeden, plotselinge weersveranderingen, en een tal van andere niet te verwachten omstandigheden, kan het geheele leger, zelfs bij de doelmatigste inrichting in gevaar geraken, en de ambulance in het geval komen, dat zij niet, of zeer onvolledig, aan hare bestemming beantwoordt. Doch steeds moet bet ernstig streven van den staat zijn, den militair-geneeskundigen dienst zoo danig in te richten, dat hij, buitengewone, van onzen wil onafhankelijke, omstandigheden daargelaten, aan de menschlievende, veelomvattende, maar billijke, eischen des tijds voldoet. Wanneer men in den jongsten tijd, de herinnering aan lien, die hun leven op het slagveld lietenheeft trachten levendig te houden door het oprichten van monumenten en eerzuilen, zoo zien wij hierin wel het be wijs, dat krijgsmansdeugd ook in onzen tijd geëerd wordt, maar opperen wij tevens de vraag, of de zorg voor zieken en gekwetsten, niet veel hoo- ger en edeler beteekenis heeft, dan de vereering van geliefde dooden; het laatste moet men prijzen, maar het eerste mag men zeker niet verwaarloozen. 12

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 184