DE MILITAIRE HOSPITALEN IN NED.-INDIË.
In de staatshuishouding van volkeren en regeeringen komen toestanden
voor, wier lijnen scherp afgeteekeud zijn, wier gewicht veelbeteekenend
is, eu wier halfslachtig voortbestaan getuigt van ziekelijkheid en van
groote behoefte aan verbetering.
Een dezer toestanden is: de verpleging van den zieken soldaat.
1 oen Henri Dunand het slagveld van Solferino had bezocht, en zijn
noodkreet van de daar aanschouwde, alle beschrijving te boven gaande el
lende, tot in de vorstenzalen van gansch Europa weergalmde, ontvlamde
het menschelijk gevoel in laaien gloed, en luide klonk de wensch, om niet
niet langer te dralen, cn in de toekomst te beproeven het 011 menschelijke,
menschelijk te maken.
Het roode huis dankt aan die wensch zijn ontstaan, en houdt de vaan
zijner edele roeping, onder de schutse van koningen en keizers, hoog.
Die roeping is edel, dat doel is schoon, en alle pogingen, om het lot
van den soldaat, op het slagveld verminkt, te verbeteren en te verzach
ten, verdienen alle lof en hulde; maar toch mag men niet vergeten, dat
zij slechts een deel omvatten van het niet minder gewichtig vraagstuk,
de verpleging van den zieken soldaat iu het algemeen. Zelfs hij, die, in
laakbare minachting, den stem van menschelijkheid ter zijde stelt, kan
met vergeten, dat die soldaat is, een kapitaal, getrokken uit den arbeid
en de beste krachten des volks.
Het hoog gewicht van deze verpleging, en de noodzakelijkheid haar goed