13 6000 kameelen 1800 ezels; 7000 trek-en draagossen 44 olifantenen 27000 volgelingen (koelies, oppassers voor de transportdieren enz.) Met een leger van 14000 man zullen echter de Engelschen of welke andere natie ookliet wel niet wagen Java aan te vallen men zal toch wel zeker op Java vrij wat meer tegenstand te overwinnen hebben dan in Abessinie. Wij houden het er daarom voor, dat een veroveringsleger, naar Java afgezonden, wel haast de dubbele sterkte van het bovengenoemde zal moeten hebben. En dan wijzen wij er op, welke groote ontberingen het Abessinische leger zich reeds heeft moeten getroosten, tengevolge van het moeilijke om zich den meegebrachten voorraad naar behooren ten nutte te makenhoe groot zullen dan die moeilijkheden niet moeten zijn bij een veel sterker leger, dat door aanhoudende gevechten vermoeid en bedreigd zal worden Bedenken wij verder, dat ook onze zeemacht vooraf vernietigd, althans onschadelijk gemaakt zoude moeten wordenen dat de Abessinische expe ditie meer dan 100 millioen guldens heeft gekost; zal een vijand dan spoedig tot eene //verovering van Java" besluiten? Wij gelooven het niet; maar des te meer reden bestaat er, zooals door den kuudigen schrijver van //de Verdediging' van Java" in het Tijdschrift voor Nederlandsch-lndië van Juli 1869 wordt opgemerkt, //ons stelsel van verdediging op eenvoudige, weinig kostbare grondslagen te doen rusten." Wij mogen niet uit het oog verliezen, dat de bevolking van Abessinie het beheer van den negus Theodoros verfoeide, en de Engelschen grooten- deels met open armen ontving. Ue Engelschen hadden daardoor nog een grooten steun voor de verpleging van hun leger. Maar de bevolking van Java zal een vijand vermoedelijk niet zoo welgezind zijn; zijne lan ding toch brengt voor haar altijd vele ongemakken, vernieling en nndeelen mede, en de bevolking zal wel begrijpen, dat zij bij eene verandering van overheerscher niet per se zal winnen. Onze meerdere bekendheid met de taal, onze invloed op de hoofdenzijn grootelijks in ons voordeel; door het oproepen der voornaamste hoofden naar het binnenland kunnen wij zorgen, dat geene personen van gezag achterblijven met wie de vijand onderhandelen kan. Wij kunnen voorts de bevolking bevelen met den vijand in geene gemeenschap te treden, en bij zijne nadering met have en goed, vooral vee en voedsel de wijk naar het gebergte te nemen; eene tactiek, die de bevolking, blijkens de ondervinding bij onze expeditiën

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 19