195 middel van verlamming, dan overbodige ondergeschiktheid. Zoo schrijft Michel Lévy, in zijn rapport aan den minister, gedagteekend Konstan- tinopel, 20 November 1854: AujourcVhui, relégué derrière un intendant el un general de brigadereduit a discuter leurs idéés, a réfuter leurs- veus, a bégayer les miennes par uue interminable el faslidieuse correspon- davce, (juand il leur pla'bt de me consulier, je 'n ai plus quia, repousser loute responsabilite dans les ejfets ultérieursd'une direction incompé tente, qui, reduit la mienne a neant. Votre Excellence ni écril'. «votre mission consistk a ORGANISER et a diriger". Jilt réalité, ma mission a consisle le plus souvent, a m épuiser en communications latéralesen suggestions officieuses, en avis consultalifs, en previsions presque loujours conlestées et écartées, et presque loujours juslifiéesmais, quand il s agit de directionje me suis trouvé a la suite de mm. les sous-intendans, paralyse par les recendicalions dé autorité administralive'\ Zoo had de minister van oorlog verboden, ambulances buiten de Krim op te richten. Baudens drong juist op die ambulances aan, maar de in tendance wees hem af, en volgde blindelings den ministériëelen last. Met welke gevolg? In Februari had men reeds 7834 typhuslijders, waarvan meer dan de helft bezweek, en' in drie maanden kostte dat bevel, 20000 zieken en 10000 dooden Eindelijk vernam keizer Napoleon dezen toestand, en zijn onmiddellijk bevel was. nil est essentiel détablir le plus vite possible les ambulances sous baraques que reclame M. Baudens. Bonnez des ordres pressans en consequence." Toen veranderde alles en gelastte de minister aan den bevel- voerenden generaal: "Doe alles wal Baudens vraagt. Regel m.et de genees- heeren, met terzijdestelling van alle voorschriften, de voeding der zieleen Gij hebt onbeperkte volmachtf Zulk een bevel was het dappere Eransche leger waardig, en kroonde de uitspraak van den roemrijken Bugeaud nil li est pas difficile de conduire les troupes au feu, mais Men de les faire vivre et de les con server." Terwijl men berekent, dat de Russen in den Krimoorlog 60.000 man aan gesneuvelden en 600.000 door ziekten en gebrek verlorenwerden ook de Engelschenvan November 1854 tot April 1855zeer geteisterd. In dat tijdperk telden zij 47.794 zieken en verwonden, waarvan 10.889 bezweken zijnde 5,79 pet. van het effectief, en 22,83 pet. van het getal zieken! Toen had de Eransche armee 8000 gewondenen telde, bij een driemaal sterker leger, in het geheel niet meer dan 10.934 dooden, zijnde 2,31 pet. van het effectief, en 12,60 pet. van het getal zieken. Hier had Frankrijk eene gunstige verhouding, die men toeschreef aan het weerstandsvermogen van den Eranschen soldaat, tegen den eersten in-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 202