13 opgedaan, meesterlijk verstaat, en waartoe zij, om kwade bejegening vooral ten opzichte van vrouwen en maagden te voorkomen, ook al spoedig wil overgaan. Evenals onze troepen zulks ondervindeu als zij met vijandige bedoelingen in overzeesche landschappen landen, zal dan de vijand geheel tot zijne eigene hulpmiddelen beperkt worden. Hoe hij zich dan redden zal is niet 11a te gaan, maar zeker zal hij in groote verlegenheid verkeeren en onze tactiek verwenschen. Blijkens het bovenstaande, zullen volgens het hier ontwikkelde verde- digingsstelsel in oorlogstijd alle onze beschikbare troepen in den omtrek van onze centraalstelling Willem I,vereenigd moeten worden. Wij achten voor een energiek, doortastend legerhoofd, die concentratie ook bij behoud der tegenwoordige legering der veldbataillons niet voor onmoge lijk de voorbereidingen, door den vijand te maken voor dat hij eene ex peditie herwaarts zendt, zal ons daartoe wel den tijd laten. Maar ook wij zullen dan nog veel te orgauiseeren en voor te bereiden hebben, en de tijd, dien de vijand ons hiertoe laat, zal hoogst kostbaar zijn. Daar om is het uit het oogpuut der verdediging alleen reeds ten zeerste raad zaam om, voor zooveel zulks om andere belangen mogelijk is, reeds in vredestijd onze mobile troepen zooveel mogelijk in de nabijheid onzer centraalstelling, dus te Salatiga Magelang, Bojolali enz. te huisvesten. Het is overigens rechtstreeks aan te bevelen in het belang van den sol daat en in dat van de lande, om de soldaten zoo weinig mogelijk aan de ongezonde stranden, en zoo veel mogelijk in de gezonde bergstreken te legeren. Men zou alzoo b. v. de bezetting van Batavia al dadelijk met een of twee bataillous infanterie en met twee batterijen veld-artillerie kun nen verminderenen deze naar genoemde plaatsen of hare omstreken over brengen, met het voornemen om de resteerende macht, in oorlogstijdna genoeg geheel terug te trekken, en de bewaking van Batavia tegen eeuen coup-de-main, in verband met de bestaande en nog te verbeteren strand verdedigingswerken over te laten aan de schutterij, zoo noodig versterkt met eenig kader uit het Leger. Bij het bestaan van een algemeen spoorwegnet over Java zou men zich natuurlijk minder aan de concentratie nabij één punt behoeven te binden, omdat men die concentratie dan toch altijd in zeer weinig tijd zou kunnen doen plaats hebben. Maar zoolang dat algemeen spoorwegnet nog niet bestaat en wij vreezen dat hiermede om verschillende rede nen nog vele jaren zullen verloopen is het noodig zich meer op alle eventualiteiten te wapenen. Anders zou men eene brigade van het Leger in vredestijd b. v. in de bergvlakten der Preanger kunnen legeren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 20