203 tigheid of gewoonte, en heeft haar, vreemd genoeg, voor den zieke zoo exceptioneel geordenddat zijnaar mijn gevoelen, dringend ver betering eischt. Ik hoop die voeding, als zoodanig nader te behandelennu zij het vol doende, aan te teekenendat zij afkeuring verdient, èn voor hare klassieke eentoonigheidèn voor de onoordeelkundige regeling der uren, waarop zij plaats heeft. Keeren wij tot den militairen geneesheer terug. Men dwingt hemals eene snelmachine, zeer veel te doen, en meer nog na te laten. Niet dan oppervlakkigheid kan de leidsvrouw zijn van dien razenden spoeddat practiseeren per seconde. Het maken van eenige degelijke stu die aan het ziekbed is onmogelijk. De elementen eener broksgewijze ondervinding hoopen zich opeen. Zij, die nog leiding behoeven, moeten op eigen beenen staan; zij, die leiden moeten, hebben de handen te vol. En nog, aan die onvolkomen vorming doen de vele mutatiën nadeel. Heden hebben wij die zieken, morgen anderen. Van daag heeft de lijder dezen geneesheer, morgen een ander, en ziet zich afwisselend aan de meest verschillende handen toevertrouwd. Die toestand schaadt èn aan de wetenschappelijke vorming der officie ren van gezondheidèn aa?i de plichtmatige en goede geneeskundige be handeling van den zieken militair. Na den afloop der geneeskundige visite volgt de uitdeeling van den morgen spijs. Dit geschiedt onder persoonlijk toezicht van spijsverzorgers, die het toéval schijnt zulks te willen zich kenmerken door een eigen aardig welgedaan en welvarend voorkomen, dat, in verband tot den gulden spreuku aanzien doet gedenken", den eetlust der zieken een harden strijd doet voeren tegenover waterrijken rijstpap of brood zonder boter. Is dit ontbijt geëindigd, dan wacht den zieke een lange morgen; wat zal hij, licht of uitwendig ziek, of reconvalescent, doen? Arbeiden mag bij niet; schrijven, dat kan hij niet, waar zou hij het doen? LezenDe gansche voorraad boeken is voor een paar dagen nauw toe reikend voor een tiende van het cijfer zieken. Dat moet men betreurem want zoo ooit de gelegenheid bestaat, den soldaat door lezen van goede boeken te beschaven en te veredelen, is het zijn verblijf in een hospitaal. Zoo ergens is het daar, dat goede boeken nuttig en een ware weldaad zijn; zeer vele soldaten zijn ontwikkeld genoeg, om goede boeken met vrucht te lezen. Een dagblad te lezen en kennis te kunnen nemen van het nieuws van den dag, zooals hij dat in de kantine doen kan als hij gezond is, is hem als

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 210