205
Dat is geene kleinigheidgelet op de middelen die den geneesheer ten
dienste staan. Dat mogelijke is dan ook niet bijster veel.
Vooreerst staan onze apotheken bij die van den burgerlijken dienst ten
achter. Vele nieuwe en hooggeroemde geneesmiddelen zocht men bij
ons te vergeefs.
Men kan ze wel aankoopen, maar gaarne zag ik ze in onze apotheken
voorhanden. Bovendien worden dikwijls aangevraagde geneesmiddelen ge
schrapt, omdat de voorraad op is; terwijl werkelooze kudden, in aanzienlijke
hoeveelheden en in groote houten laden, een ongestoord pensioen genieten.
Men kan surrogaten nemen. Is dat wetenschap of nooddrang? Waar
zijn onze ververschingen, onze medical comforts voor zieken
Zooals onze klassieke boeboer als voedingsmiddel, hebben wij onze klas_
sieke potio acidulatadie de dubbele functie van genees- en verfrisschings-
middel vervult. Dit moge practised zijn bij uitnemendheid, klassiek
grenzende aan idealismeis dat genoeg
In zooverre nu de zieke niet geneest, alleen op het gezicht van den
geneesheer, of door zijne krachtige recepten, en zooverre het voldoende is
bewezendat goede zorgvuldige verzorging een onvoorwaardelijk vereischte
is, komt zeer veel aan op het bedieningspersoneel, aan welks handen die
zieken moeten worden toevertrouwd en overgelaten.
Het bedieningspersoneel van onze militaire hospitalen is zonder uit
zondering van een vreemdsoortig gehalte; beter gezegd, een ellendig
samenraapsel van insolide, gebrekkige en ziekelijke personen, waarvan
het grooter deel door misbruik van sterken drank en hebbelijke dron
kenschap is verdierlijkt. Zelfs de besten onder hen genoten nooit eenige
opleiding of vorming voor hunne zoo gewichtige taak.
Terwijl reconvalescenten in den kwaden reuk staanvan de aftreksels
onzer verjaarde kruidenals drankjes bekenddie in wijnfiesschen met
officieel gebroken halzen worden afgeleverdden weg te doen opgaan
van het onbekende zuiden, als reisgenooten vergezeld van de voorge
schreven pillen en poeders, blijft de ziekenoppasser nooit in gebreke,
U rekenschap te geven, hoe precies hij persoonlijk die geneesmiddelen
heeft toegediend. Hij spreekt wel eens van alle uur drie pillenals het
een drankje, en alle uur twee lepels, als het pillen betreft, maar dat
kan hij, van zoovele zieken, ook zoo juist niet onthouden. Het dob
belen der zieken noemt hij //'u spulletje kaart1', en om geld spelen dat
gebeurt nooit. Wek hem op, uit zijn diepronkenden slaap, en berisp
hein daarover. i/IIij slapen? hij had maar even zijn oogen toe."
Dienstdoende volgens een wachtrooster, en hem de noodige voorschrif
ten willende geven opzichtens een zieke, moeten zijne waterende oogem