207
snaren trillen van herinnering aan een onherroepelijk weleer. Hoe vaak
getuigt een tranenvloed van wat omgaat in zijn boezem
Als hij rekening houdt van het lot, dat hein als een dreigend spook
beeld vervolgt, jong en eenzaam in den vreemde te zullen sterven, als
de angst groote druppelen van profuus zweet op zijn voorhoofd doet pa
relen, hem rust noch duur vergunt, en zijne ligplaats in een pijnbank
verandert, als hij rondblikt in die zalen, waar niets hem opwekt, en wel
licht de smartkreten van een anderen zieke naast hemveelbeteekenend
en akelig in zijne ooren klinken, waar is dan de toespraak, het liefde
rijke woord van hope en onderwerping?
Op dat veld, zoo geschikt om te zaaijen, zoo rijk om te oogsten, be
slaat eene ledigheid, die men diep moet betreuren. Och! dat men ook
in dat opzicht den zware zieke wat beter gedacht
En als die zieke bezwijkt, en de geneesheer niet aan zijn sterfbed te
genwoordig is, dan schuift de hospitaalsoldaat, gehard in de ellende, die
in een ziekengesticht ten troon zit, koud, gevoelloos, en onverschillig, het
laken over het geëindigd drama, en brengt u de boodschap over nNo. 3
is (lood! hoe laat begraven
De hier gegeven schets van den gang der zaken in een militair zieken
gesticht en in 't algemeen van onze verpleging van den zieken soldaat,
heb ik ontleend aan veeljarige en veelzijdige ondervinding.
Zij toont naar mijn gevoelen aan, dat die toestand ziekelijk is van top
tot teen, en stelt gewichtige gevolgtrekkingen vast.
Allereerst zal men moeten beproevenhet daarheen te leidendal de
zieke militair niet langer opzie tegen verpleging in een militair zieleen-
gesticht.
Ik acht dit van te meer belang, omdat hvarlierziek bij ons slechts in
naam bestaat, en men naar mijne meening wel zal doen, op de invoering
van dien halfslachtigenveel kostendenen tot niets leidenden toestand
niet aan te dringen, integendeel hem zooveel mogelijk te vermijden.
Een eerst bezwaar waarop ik wees, was het stelsel van hospitaalsoldij.
Ik wensch aan het beter oordeel van anderen over te laten, hoe dit het
best te verbeteren is, mits het slechts verbeterd worde.
Tweedens zullen de verpleging en de hospitalen zelve belangrijk moeten
worden verbeterd; onze hospitalen zijn in hooge mate ongezellig en un
heimisch.
Erissche, luchtige, ruime, hoezeer niet te groote localen, met vriende
lijke levendige kleuren geverwd (vooral parelgrijs), behoorlijk verlicht door
gas of petroleum, omringd van tuinen tot uitspanning en lichten arbeid,