208 die den reconvalescenten nuttig lean zijngoede ruime lectuurgelegen heid (ot lezen en schrijven, gezelschapsspelen, dagbladen en dagelijksch familiebezoek,-zie daar verbeteringen, die ik voor onze hospitalen zoude begeeren, in zooverre gelegenheid en middelen dit zullen veroorloven. Ik zoek mijn punt van uitgang niet in Amerika, waar een hospitaal, tien jaren oud, wordt vernietigd en geheel vernieuwd. Zóó iets en zooveel meer, in dat grootsche land, is slechts daar denkbaar, waar men evenveel millioeneu als wij honderdduizenden kunnen besteden. De nieuwe wereld is een machtig land, met ontzaggelijke hulpbronnen, en een edel diepden kend volk, dat in den militair den strijder huldigt en den zoon beschermt; getuige het feit, dat het, in den laatsten oorlog, als geheel particuliere bij drage eene waarde van vier honderd millioeneu franken offerde op het altaar van goede verpleging zijner soldaten! Dweep met Amerika, zooveel gij wilt; huldig het volk, dat zoo goed zijne hoogste belangen begrijpt, maar wees op uwe hoede, Amerika ons ten voorbeeld te stellen. Het grenzenloos verschil in beschikbare middelen, met name geld en volksgeest, laat slechts zeer voorwaardelijk vergelijkin gen toe. Wij moeten ernstig rekening houden met onze financiëele krachten, en niets eischen dan wat noodig is, maar dat dan ook het noodige worde betracht Zoo hebben wij hospitalen, die met een ziekengesticht geene andere, overeenkomst hebben dan den naakten naam, en het feit, dat daarin zieken worden verpleegd. Zoo b. v. ons groot militair hospitaal te Willem I, waar gemiddeld 200 a 250 zieken worden verpleegd in kazerneiocalen boven paardenstallenHet werd door de aardbeving van 1865 zeer ge teisterd en onbruikbaar verklaard maarwie zou het geloovenzeer spoedig op nieuw tot verpleging van zieken aangewezen, hoezeer het eene gewetensoverweging van meerdere jaren heeft gekost, om andere, volko men gelijke, en niet minder geteisterde localen, op nieuw door den ge zonden soldaat te daten betrekken. Dat hospitaal te Willem I, is het een ziekengesticht? Binnen eene enge vestingen bij daartoe leidende omstandigheden, een brandpunt van besmetting en vergiftiging voor de vestingbewoners; zalen boven stallen, waar het rumoer van paardengetrappel alle nachtrust ontneemt; zalen boven eene hoofdpoort, die doorgang verleent aan troepen, begeleid door muziek, waarvan de krachtige weerklank aan 't laatste oordeel doet ge denken en aan geschut, welks ratelen en dreunen een doode zou opwekken uit zijne rust; zalen, wier venster men moet sluiten voor een snerpenden tochtwind, en openen voor de levensbehoefte, frissche lucht; venster-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 215