225
manschappen eveneens voorwaarts zouden rukken en zich onder bedekking
van eenige takkebossen, welke den vorige dag door de 2e kompagnie aan
gemaakt waren, om er bij den storm de gracht mede te vullen, zoo dicht
mogelijk bij de doeson op te stellen.
De houwitser werd op de plaats, waar het bivouak gelegen was, achter
gelaten, onder bedekking van een peloton der 2e kompagnie van het 10n
bataillon.
Vele manschappen van de zoogenaamde stormkolonne moesten met groóte
moeite verzameld worden op de voor hen bestemde plaats.
De herhaaldelijk mislukte stormen op de Pasoemahsche versterkingen
waren misschien wel oorzaak, dat zij ook weinig vertrouwen in den goe
den uitslag dezer onderneming koesterden.
In weerwil van al die moeielijkheden, was alles echter ter goeder tijd gereed.
Toen de dag aanbrak, bespeurde de 'commandant der sappeurs alras,
dat de brug niet op de goede plaats gelegd was; en na uit bekomen in
lichtingen vernomen te hebbenwaar zij zich bevondbracht hij ze met
behulp van luitenant Meijer en een paar militairen zoo dicht mogelijk bij
de versterking, als de omstandigheden gedoogden, dat geschieden kon
zonder gezien te worden.
Het terrein, alwaar de troepen verzameld waren, vormde eeue kleine
verhevenheid, met eenig struikgewas beplant, hetwelk gelegenheid voor
eene vrij bedekte stelling aanbood.
Achter deze hoogte daalde de weg aanmerkelijk naar de zijde van het
bivouak, en vormde alzoo een kuil, waarin zich, naarmate het oogéublik
van den storm meer en meer naderde, verscheiden manschappen onzer
troepen terugtrokken.
Daar de vijand rustig bleef, trachtte men achter de takkebossen met
brug en ladders steeds vooruit te komen, ten einde alzoo onbemerkt de
gracht te naderen.
Alvorens men deze echter bereikt had, viel er eensklaps een schot, dat
men in het hoofdkwartier veronderstelde, het afgesproken sein van den
aanval der 2U kompagnie te zijn, doch hetgeen waarschijnlijk een lillaschot
van den vijand was.
Dit schot gaf aanleiding, dat bij het hoofdkwartier de aanval begonnen
werd, waarop de vijand een allerhevigst vuur, vooral op de vooruitgedron
gen manschappen der 2e kompagnie opende, die zich dientengevolge eenig-
zins moesten terugtrekken.
Evenwel bleef men het gunstige oogenblik voor den stormaanloop af
wachten, en toen de vijand zijn vuur eenigzins op de aanvalskolonne van
het hoofdkwartier geconcentreerd had, werd daartoe het signaal gegeven.