287 Men had alzoo voorloopig afgezien van het voornemenom die verster king aan de linkerzijde der Lematang aan te leggen. l)e overweging, dat de bevolking der Pasoemahianden aan den rechter oever der rivier veel sterker is dan die aan den linker, en tevens getoond had de meest weerspannige te zijn, leidde thans tot het denkbeeld, om de versterking in de nabijheid der doeson Bandar op te richten; daarbij kwam nog, dat de plaatsing der versterking tusschen den Endikat en de Lematang vele voordeelen had wat hare ligging betreft, wijl men van daar uit de rivierovergangen, die de vijand bij een eventuëelen opstand zeker dadelijk weder versterken zou, geheel in de macht zoude hebben. Vermits de overgang over de Lematang bij Goeroe Agong aan de eene zijde geheel buiten de Pasoemahianden ligt, kou men die bij eene vesti ging nabij Bandar steeds aan beide zijden bezetten, en daarlangs dus steeds vrijen toegang tot de landstreek behouden. De streken bewesten de Lematang kon men binnentreden zonder belangrijke rivieren te passeereu, en die beoosten de Endikat konden altijd langs de overgangen over de Lematang bij Arahan Tiga en Loeboe Sepang bereikt worden. Hierdoor waren dus ook steeds de passages over de Lematang en de Endikat, die toegang tot onze versterking bij Bandar zouden verleenengeheel vrij. Men besloot dus, eene plaats voor onze versterking in de nabijheid van genoemde doeson te zoekenen vond daartoe het meest geschikt eene niet gedomineerde hoogte, ongeveer 1200 passen daarvan verwijderd, welke door een meertje en vele leidingen van de sawahs naar de Pasoemahrivier steeds ruimschoots van water werd voorzien. Nadat den hoofden, die zich onderworpen hadden, was aangezegd, dat zij zich tegen den 21st™ te Gelong Saktie moesten aanmelden, om den eed van trouw aan het gouvernement af te leggenwerd het bevel gege ven, dat de tocht naar laatstgenoemde doeson den 20sten zou plaats vin den terwijl den militairen kommandant dier plaats opgedragen werd, zich op dien dag met 75 bajonetten bij den overgang over de Lematang bij Singa Najik te bevinden, om aldaar de kolonne van Bandar af te wachten. Wordt vervolgd.)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 244