NALEZING OP DE «STATISTIEK VAN HET LEGER."
Id het eerste nummer van dit tijdschrift zijn eenige statistieke gegevens
betreffende het Indische leger gepubliceerd, die wel eenige nadere bespre
king verdienen. Grootendeels waren het cijfers en niets dan cijfers, en wij
houden het er voor, dat, hoe interessant die getallen ook mochten wezen,
verscheiden lezers ze slechts vluchtig doorloopen hebbenen, met een zeer
natuurlijken afkeer van zulke drooge, vervelende lectuur, al spoedig tot
een ander hoofdstuk zijn overgegaan.
En toch bevatten die cijfers, hoe droog ze daar ook naast elkander zijn
geplaatsteen tal van wetenswaardige bijzonderhedenen moeten wij het
betreurendat onze statistiek niet vollediger is.
Die statistiek geeft aanleiding tot velerhande beschouwingen, waarvan
wij enkele hieronder willen doen volgenin de hoopdat zij de overwe
ging en een plaatsje in dit tijdschrift waard zijnen dat ze wellicht
degelijker bespreking door anderen zullen uitlokken.
In de eerste plaats zien we uit het op bl. 34 van dit tijdschrift voorko
mendedat gedurende 1868 het incompleet van het leger met circa de helft
verminderd is. Nemen we daarbij in aanmerking, dat de cholera in dat jaar
tal van slachtoffers maakte, zoodat de helft der gestorven Europesche militai
ren aan die ziekte overleed, dan kunnen we wel niet anders dan erkennen,
dat het opperbestuur genoegzame pogingen heeft aangewendom het leger
te completeerenen kan het wel geene verwondering wekken, dat het in-