241
in eene andere staatsbetrekking te begevenen zal het officierscorps lang
zamerhand afdalen op een standpunt, waarop het niet mag komen.
Wij wenschen dus eene algemeene herziening der tarieven van tracte-
m en teilfourrages en andere indemniteiten, zoodat de inkomsten der offi
cieren niet meer ten achter staan bij die der ambtenarenen vooral eene
vermeerdering der hoogere rangen in het Leger, waardoor de goede gang
der promotie meer verzekerd wordt dan thans het geval is.
Trouwens, wanneer men den werkkring der officieren in Indië vergelijkt
met die in Nederland en in andere Statendan moet men al spoedig tot
de erkenning komendat ons leger met de liooge rangen al zeer stief
moederlijk bedeeld is, en dat het inderdaad geene te ver gedreven weelde
zou zijn, wanneer men de drie militaire afdeelingen op Java en Sumatra's
Westkust door generaals-majoor, Palembang en Makasser door kolonels liet
kommandeeren. Ook de plaatselijke kommalidanten te Batavia, Samarang
en Soerabaja zouden kolonels kunnen zijn. Het ligt buiten ons bestek,
en ook buiten onze bevoegdheidom aldus den werkkring van alle hoogere
en lagere autoriteiten te toetsen aan den thans door hen bekleeden rang,
doch wij gelooven met het bovenstaande genoegzaam aangetoond te hebben,
dat verbetering noodig en mogelijk is. En wat wij hier ter neder schreven
voor de infanterie, is, zooals genoegzaam bekend, evenzeer van toepassing
op de andere wapens.
Wanneer de tractementen en vooruitzichten der officieren verbetering
hebben ondergaanzal het mogelijk zijnuitvoering te geven aan het
denkbeeld, dat in de laatste jaren in het brein van menig kundig officier
oprees, om het officiers-examen in Indië te verzwaren, en de opleiding
hiertoe meer in overeenstemming te brengen met den geest des tijds. Wij
achten het een treurig verschijnsel, dat men tegenwoordig verplicht is, de
eischen zoo laag te stellenomdat men anders niet van genoegzame aan
vulling verzekerd zoude zijn. Kennis der meetkunst «tot aan de cirkels",
en verder alle wetenschap naar evenredigheidhet mag inderdaad bespot
telijk heeten. Van een ambtenaar eischt men tegenwoordig oneindig veel
meer kennis dan van een officier; hieraan moet een einde komen; het
Indische leger, wil het zich voortdurend den eernaam van //pionnier der
beschaving" waardig makenmoet een goed ontwikkeld officierskorps be
zitten. De oprichting eener applicatieschooleener kweekschool van mid
delmatighedenzoo als we ze onlangs hoorden noemen, lacht ons niet
toe; de primitive opleiding tot officier moet beter worden; huismiddeltjes,
om hen, die reeds officier zijn, nog iets te laten leeren, terwijl de weten
schappelijke grondslag ontbreekt, kunnen hier niet dienen.
Blijkens bl. 35 van dit tijdschrift zijn sedert de tweede helft van 1868