243
in de eerste plaats eene opgave der resultaten van de artillerieschool te
Weltevreden.
Die resultaten achten wij niet bevredigendhet meerendeel der op de
school geplaatste jongelingen verlaat haar weder zonder examen te doen;
slechts nu en dan levert zij een officier op, die wegens gemis aan vaca
ture, dan nog soms langen tijd op aanstelling moet wachten.
Het belang van den dienst eischt dus de instandhouding der school niet,
de daaraan besteede gelden zouden allicht nuttiger kunnen worden aange
wend. Bedriegen we ons niet, dan heeft bij de oprichting en instandhou
ding der school ook meer op den voorgrond gestaan de wensch, oin goed
ontwikkelde en goed oppassende onderofficieren der artillerie een toekomst
te openen. Is dit waar, dan wordt het voorgestelde doel niet bereikt; en
zulks nog wel te minder, omdat, naar wij vermeenen, de meeste éièves
der artillerieschool nimmer onderofficier der artillerie geweest zijn, en,
voordat zij op de school kwamen, niet gediend hebben. De behoefte, die
wij ook bij het Indische leger hebben aan geheel wetenschappelijke artil
lerie-officieren, eene behoefte, die de Bredasche inrichting voldoende kan
bevredigenmaakt het overigens niet raadzaamom ter wille van zeer
enkele jongelieden, die liever bij de artillerie, dan bij de infanterie of ka-
vallerie officier zouden zijnde school te behouden. Eene schooldie
bijna geene resultaten oplevert, die voortdurend een der meestgeschikte
luitenants aan den dienst onttrekt, die beduidende uitgaven vordert, kan
niet gezegd wordenaan eene bepaalde behoefte te voldoenen bij het
Indische leger bestaan nog zooveel zakendie verbetering en voorziening
eischendat al het overtollige, al wat naar weelde zweemt, moet worden
afgeschaft, om daardoor gelegenheid en middelen te vinden om iets, wat
niet overtollig is, tot stand te brengen.
Omtrent de onderofficiersschool te Meester-Cornelis spraken wij reeds
boven; het admissie- en officiersexameu moeten beduidend verzwaard wor
den wil de school voortdurend aan hare bestemming blijven beantwoorden.
Wellicht is in verband hiermede eene verlenging van den leercursus noodig.
De mindere geschiktheid van het gebouw der militaire school te Mees
ter-Cornelis, dat vroeger eene particuliere woning was, voor zijne tegen
woordige bestemming, en de verleiding, waaraan jongelieden op groote
plaatsen, zoo als Batavia, naar sommiger oordeel, zijn blootgesteld, heb
ben somtijds het denkbeeld doen opperen om de school naar de binnen
landen, b. v. Gombong of Kedong Kebo te verplaatsen.
Onzes inziens is hier veel voor, doch ook veel tegen. Yoor eene ge
zonde ontwikkeling der elèves, die dan toch ook de kinderschoenen reeds