EEN NUTTIG WERK.
Wij ontvingen onlangs een klein, net gedrukt, door Broese Co. te
Breda uitgegeven en aldaar voor de geringen prijs van 0,50 verkrijgbaar
o-esteld werkje, getiteld: //Gids voor den jongen militair, een leesboek
ten dienste der korpsscholen.'" Vervaardigd door den als schrijver zoo
gunstig bekenden kapitein P. F. Brunings, is dit boekje werkelijk nuttig,
en kan het, naar onze meening, zeer veel bijdragen tot opwekking van
een echt militairen geest. De schrijver behandelt daarin achtervolgend
krijgstucht; gehoorzamen en bevelen; eerbied voor zijne meerderen; mili
taire eer en plicht; zelfverlooching; eerzucht; moedkameraadschaprecht
vaardigheid; bescheidenheid; kennis; beleefdheid; uitspanninghet uiterlijk,
en het karakter, niet op den toon van den zedemeester, maar in lossen,
verhalenden trant, waarin echter eene diepe moraal verscholen ligt. Leeringen
wekken, maar voorbeelden trekken; de schrijver heeft dit uitmuntend be
grepen, door voorbeelden uit de krijgsgeschiedenis en de oorlogstraditie,
waar het pas gaf, in zijne beschouwingen en redeneeringen in te lassohen.
Om te bewijzen, dat die voorbeelden goed en tredend gekozen zijn, kun
nen wij niet beter doen, dan hier te doen volgen wat op bladzijde 32
voorkomt.
«De kameraadschap zoo lezen we daarbestaat voor sommigen in
elkander te tracteeren of zich te laten tracteeren. Iemand, die stil zijn
weg gaat, niet mee brast en zwiert, heet allicht een slecht kameraad, en
dien naam verdient hij waarschijnlijk het allerminst. Voorzeker, de ka-