van de kazerne naar het hospitaal te vervoeren, waarvoor, bij de tegen
woordige wijze van vervoer, minstens vier dragers plus twee vervangers
noodig zijn.
Onder de wijzigingen van de raderbaren, behooren die van de Mooij,
van Verspijek-Pohl en die van Jeuken, alsmede in zekeren zin de braucard-
lit van Cauvin.
De Franschen gebruiken sedert jaren in Algiers, voor het transport van
hunne zieken en gekwetsten over bergwegen lastdieren, die van pakzadels
met daarop bevestigde zit- of- ligplaatsen voorzien, onder den naam van
cacolets en litières bekend zijn. Een cacolet is een pakzadeldie op een
muildier wordt opgezadeld en aan beide zijden een' samenvouwbarenmet
leuning voorziene» zetel heeft, die twee zieken of gekwetsten kan en
voor het evenwicht moet dragen. Een litiere is een stevig ijzeren raam
met sterk zeildoek bespannen, dat eveneens op een muildier wordt opge
zadeld, en één lijder in liggende houding kan opnemen.
De bezwaren, aan de cacolets verbonden, zijn vele. Vooreerst kan men
ze niet minder zwaar maken dan 70 pond, zonder hunne stevigheid in
gevaar te brengen; rekent men nu verder het gewicht van twee lijders
met hunne wapenrusting, die niet mag achterblijven, op 800 pond, en
de uitrusting van het muildier met de levensmiddelen van den lijder en
eenige fourrage op 30 pond, zoo krijgt men een gewicht van vier cente
naren, dat wel gedurende eenige» tijd door een muildier getrokken, maar
niet gedragen kan worden; zoodat het dan ook herhaaldelijk in Algiers
gebeurd is, dat de sterkste muildieren onder dezen last bezweken zijn. Ten
tweede hebben de cacolets en litières met elkander gemeen, dat de min
of meer gemakkelijke beweging voor een groot deel afhankelijk zijn van
den gang en den bouw van liet muildier, die men niet in zijne macht
heeft, doch altijd den lijders hinderlijk genoeg is, om deze vervoermid
delen alleen voor lichte zieken te bezigen. Ten derde is de plaats, die
ze in de breedte innemen, te groot, om ze op smalle wegen te kunnen
gebruiken; terwijl ze de lijders niet tegen zon en regen beschuttenen de
verzorging der lastdieren-zelve te omslachtig en inoeielijk is.
Afgezien van de overige door ons genoemde bezwaren en nadeelenzou
den cacolets en litières reeds daarom niet in Indie kunnen aangewend
worden, omdat de Indische paarden, volgens deskundigen, een zwakker
kruis hebben dan de muildieren, en dus zeer zeker bij een marsch van
eenige dagen, onder een last van vier centenaren zouden bezwijken; wij
hebben deze transportmiddelen dan ook alleen besproken, omdat ze algemeen
bekend zijn, en de omstandigheid, dat ze in Algiers gebruikt worden, al
licht zou doen vermoeden, dat ze ook in onze Indische oorlogen ine.t vrucht
270