zoo wordt liet tweegevecht toch zeer dikwijls, en soms om de geringste
redenen door officieren gekozen om hunne ter te wrekenhetzij die werke
lijk is gekrenkt, dan wel zij dit slechts onderstellen. Ten einde nu
het tweegevecht zooveel mogelijk te voorkomenhebben de rechtbanken
van eer de bevoegdheid, om te beslissen over alle geschillen en beleedi-
gingen tusschen officierenzoolang deze niet in betrekking staan tot den
dienst, dan wel daaruit voortspruiten.
De beoordeeliug van geschillen tusschen meerderen en minderen behoort
niet tot de bevoegdheid der rechtbanken van eer; zulke geschillen kunnen
disciplinair gestraft of door eenen krijgsraad behandeld worden.
XI. Onderzoek door den Raad van eer.
Wanneer tusschen hoofd-officieren geschillen of beleedigingen plaats
grijpen, die hunne eer betreffen, en waaruit een tweegevecht zou kunnen
ontstaan, zijn de betrokken personen verplicht, alvorens de zaak uit te
makenden raad van eer daarmede in kennis te stelleu.
Ten einde zooveel mogelijk te voorkomen dat een tweegevecht plaats
grijpezonder dat de rechtbank van eer daaromtrent eerst haar oordeel
hebbe uitgesproken is bepaalddat zij diezonder de zaak te hebben doen
behandelen door den raad of de rechtbank van eer, dan wel zonder de
beslissing van deze af te wachten, toch tot het tweegevecht zijn overge
gaan, niet alleen strafbaar zijn voor de wet, maar hunne straf zal ver
meerderd kunnen worden met detentie binnen eene vesting van twee maan
den tot twee jaren, ja zelfs, dat zij naar gelang der omstandigheden, op
non-activiteit zullen kunnen gesteld worden. Zij die tot het tweegevecht
de hand hebben geleend, hetzij door de uitdaging over te brengenhetzij
door getuigen te zijnzullen eveneens gestraft kunnen worden met de
tentie binnen eene vesting voor den tijd van ééne maand tot zes maan
den terwijlwanneer de zaak volgens de bestaande bepalingen wordt be
handeld zij meestal zullen worden vrijgesproken.
Het uitdagen tot een tweegevecht en het overbrengen der uitdaging
kan zelfs al heeft het gevecht niet plaats gehadgestraft worden met
detentie van vier tot zes weken. Het aanzetten tot een tweegevecht zal,
naarmate het gevecht al dan niet heeft plaats gehadgestraft worden met
gevangenis- of detentie-straf binnen eene vesting tot voor den tijd van
twee jaren, en kan naar gelang der omstandigheden, de op non-activiteit
stelling der schuldigen ten gevolge hebben.
Wanneer de raad van eer op de eene of andere wijze verneemt dat eene
eerezaak tusschen officieren aanhangig is, zal zij hiervan rapporteeren aan
22