•302
Arsat deelde verder mede, dat de plaats inderdaad versterkt was,
doch dat hij bemerkt had, dat de vijand zeer zorgeloos was, en een open
hoofdingang geheel onbewaakt liet.
Hij bood zich daarom aan, om eene kolonne door dien ingang binnen
de versterking te geleiden, ten einde alzoo te trachten, deze des nachts
bij verrassing te nemen.
Kapitein Benschop besloot van dit aanbod gebruik te makenen desig
neerde daartoe eene kolonne, sterk 80 bajonetten, waaronder 10 sappeurs.
en stelde deze troepen onder kommando van den 1™ luitenant Opscholtens,
aan wien de le luitenant Sirks toegevoegd werd.
Het voornemen tot dezen tocht werd echter geheim gehouden tot kort
voor den afmarsch der kolonne, welke des nachts ten I j' uur plaats vond.
Arsat, die de kolonne tot gids diende, werd op verzoek als soldaat
gekleed, en onder strenge bewaking ingedeeld bij de voorhoededoor Sirks
gekoinmandeerd.
De kolonne kwam onder zijne leiding des nachts omstreeks vier uur
voor den hootdinging der doeson aan, dien zij werkelijk open en onbewaakt
vond. De spits, onder kommando van den korporaal Strengers, trok in
idle stilte in de doeson en werd spoedig gevolgd door de voorhoede
onder luitenant Sirks, en daarna door de hoofdkolonne onder luitenant Op
scholtens; terwijl een gedeelte der kolonne als reserve buiten de poterne
opgesteld werd.
De overige troepen werden op twee gelederen in een halven cirkel, bin
nen de doesonvóór den hoofdingang geplaatst.
Al deze bewegingen vonden met de meest mogelijke stilte plaats, zoo
dat de bezettingwelke men kon hooren spreken en bij de vuren zag
staan er niets van bemerkte.
Nadat alle troepen binnen behoorlijk opgesteld waren, deed Opscholtens
den stormmarsch blazen en onder een luid hoerrah een hevig rottenvuur
op den vijand openen, overtuigd zijnde, dat de bezetting, hierdoor verrast,
wel op de vlucht zoude gaanen alzoo het hoofddoel van den tocht
inbezitname der versterkte doeson het best zonder verlies aan onze
zijde verkregen zoude worden.
Deze verwachting werd niet teleurgesteld: dadelijk na het eerste schot
verliet de vijand de doeson door een westelijk gelegen ravijn. Alzoo kwam
de doeson Gedong Agoug zonder eenig verlies in ouze handen; en hoewel
de vijand ook geene dooden ol geblesseerden achterliet, vond men evenwel
in de doeson eenige geweren en een grooten voorraad kruit, kogels, lood
en zwavel.
De verrassing van deze doeson was een zeer schoon feit, dat van be-