303
langrijken invloed op de bevestiging der rust in het Pasoemahsche is ge
weest, en ons waarschijnlijk eene langdurige belegering uitspaarde.
De wijze, waarop dit goed ontworpen plan door Opscholtens en Sirks
uitgevoerd werd, verdient allen lof, welke de expeditie-koimnandant dan
ook in eene speciale dagorder zeer terecht aan de officieren en troepen,
welke er aan hadden deel genomentoekende.
Gedong Agong werd na zijnen val door de kompagnie van het 10B
bataillon bezet, terwijl de 4(i kompagnie te Tandjong Koeroeng lir bleef.
Door deze noodzakelijke verdeeling van troepen was echter de bezetting
dier beide plaatsen zeer zwak, en kapitein Benschop vroeg alzoo verster
king aan, waarop een 40tal bajonetten van uit Bandar naar Tandjong
Koeroeng llir gezonden werd.
Inmiddels was den 9clen September van uit Gelong Saktie eene patrouille,
sterk 160 bajonetten, onder kotnraando van kapitein van Krieken, uitge
rukt naar Tandjong Kling, eene doeson, welke nog niet in onderwerping
gekomen was, in welks omstreken zich de pangeran van Padjar Boelan
volgens geruchten ophield, en waar zich tevens de voorraadschuren der
nog in verzet zijnde bevolking van Soembaij Semidang zouden bevinden.
Toen deze patrouille te Tandjong Kemoening aankwam, vernam men door
uitgezonden spionnen, dat de bevolking van Tandjong Kling zelve de
doeson in brand gestoken had, waarop men besloot te Kemoening te ver
blijven, ten einde van daaruit de iii de nabijheid, in de bergen, gelegen'
koeboeans en voorraadschuren op te sporen, en verder de omliggende doe
sons te bezoeken.
Te Bandar was intusschen niets bijzonders voorgevallen, en men ging
daar steeds voort met het afpatrouilleeren der omliggende plaatsen, ten
einde zich. te overtuigen, dat aan de lastgeving tot opruiming der auer-
auerlinie en tot het dempen der grachten gevolg werd gegeven.
Den 14,lel' September kwam de kolonel Jalink, die dén 26st€n Augustus
met de 3e kompagnie van het 10e bataillon en de daaraan toegevoegde
artillerie en hospitaal-personeel met Z. M. stoomschip Cycloop van Batavia
was vertrokken, te Gelong Saktie aan.
Van de met hem vertrokken troepen was een odicier met 50 bajonetten
te Palembang achtergebleven tot begeleiding van den houwitserterwijl de
overige reeds op Lahat aangekomen waren, doch aldaar een paar dagen
rust hielden, om van de vermoeienissen van den vrij geforceerden opmarsch
een weinig te bekomen.
Op blz. 115 van dit tijdschrift is de 3'' korapagjnjje abtisivelijk onder de op den 12Uen
Maart 1866 vertrokken troepen vermeld.